De aantekeningen van Malte Laurids
Brigge Hoofdstuk 7
Rainer Maria Rilke
Dit uitstekende hotel is zeer oud, reeds in de tijd van koning Clovis
stierf men daar in een beperkt aantal bedden. Momenteel wordt er in 599
bedden gestorven. Vanzelfsprekend fabrieksmatig. Bij zo'n enorme
productie wordt iedere dood afzonderlijk niet zo goed uitgevoerd, maar
daar komt het dan ook niet zo op aan. Het gaat om de massa. Wie is er
tegenwoordig nog geïnteresseerd in een zorgvuldig uitgewerkte dood?
Niemand. Zelfs de rijken, die het zich toch kunnen veroorloven om
uitgebreid te sterven, beginnen nalatig en onverschillig te worden; de
wens om een eigen dood te hebben wordt steeds zeldzamer. Nog eventjes en
de eigen dood zal net zo zeldzaam zijn als een eigen leven.
Mijn god,
alles is aanwezig! Men komt, men vindt een leven, kant en klaar, je
hoeft het alleen maar aan te trekken. Men wil gaan, of men wordt daartoe
gedwongen: hupsakee, wind je niet op: Voilä votre mort, monsieur. Men
sterft zoals het uitkomt; men sterft de dood, die bij de ziekte hoort
die men heeft (want sinds men alle ziekten kent, weet men ook dat de
verschillende dodelijke aflopen een onderdeel zijn van die zíekten en
niet van de mensen; de zieke heeft, zo te zeggen, zelf niets meer te
doen).
In de sanatoria, waar immers graag en met zoveel dankbaarheid jegens
artsen en verplegend personeel gestorven wordt, sterft men één van de
door de inrichting gearrangeerde doden; dat wordt zeer op prijs gesteld.
Als men echter thuis sterft, spreekt het vanzelf zo'n hoffelijke dood
uit de betere kringen te kiezen, onlosmakelijk verbonden met een eerste
klas begrafenis en alle toeters en bellen die bij die wonderschone
gebruiken horen. Voor zo'n huis zie je dan de armen staan en ze kijken
zich de ogen uit. Hun dood is vanzelfsprekend banaal, zonder al die
heisa. Ze zijn al blij als ze er één vinden die een beetje past. Hij
mag best wat ruim zitten, een mens groeit altijd nog wel een beetje.
Alleen wanneer hij niet sluit bij de borst, of je de keel dicht snoert,
dan zit je in de problemen.
Rainer Maria Rilke
(vertaling uit het Duits: Willem Minderhout, 24-01-2004)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten