Geachte lezers
Op donderdag 24 mei 2012 is nummer 14 van jaargang 9 actief geworden.
Ga naar www.deleunstoel.nl
Als u liever van papier leest: zorg dat er voldoende papier in de printer zit en druk op de knop onderaan de inhoudsopgave.
Terug van weg geweest: Hans Knegtmans! Hij is toch niet 'hinderlijk melancholiek' geworden? 'No woman, no cry,' Claude Aendenboom bezingt de wrakstukken van een liefde.
Pepijn Lampe maakte deze tekening erbij.
Willem Minderhout portretteert twee mensen die last hebben van 'de gesel van de groep'. Door een brief aan dezelfde Willem zoekt Marcel Duyvestijn hulp voor zijn kwalen.
Jaap van Lakerveld wandelt al dichtend langs de 'Waterweg' en zoekt poëtisch naar de klepel in het klokkenluidershuis. In Zürich maakt Dik Kruithof een reis om de wereld. Wat moet de Floriade nou in Amsterdam? vraagt Sebastiaan Capel zich af.
Henk Klaren kan 'Matthijs' wel lijden, maar is vooral vol van diens DWDD-recordings. Hoe was het aan boord van een lijnschip? een beeldverhaal van Peter Schröder. Vroeger had je Meccano, leerzaam spul volgens Claude Aendenboom. 'Toen kwam de magnetron' en brak er volgens Maeve van der Steen een nieuw tijdperk aan voor rondreizende artiesten.
Eelkje Colmjon speelt voor schepper in: 'Creatief met klei'. Frits Hoorweg beantwoordt een vraag van grote maaatschappelijke importantie. In de voortuin van Katharina Kouwenhoven speelt zich een heus Tv-drama af. Willem Minderhout is bij deel 14 beland van zijn berichten over Madame de Merteuil.
De plaatjes zijn van: Pepijn Lampe, Elène Klaren, Dik Kruithof, Katharina Kouwenhoven, Peter Schröder, Frits Hoorweg en Henk Klaren. De laatste maakte ook 'Echt gebeurd'(4)'.
Stuur dit bericht door aan vrienden, kennissen en familie; wat ons betreft uw hele adresboek!
Met vriendelijke groet namens de redactie,
Frits Hoorweg
Ga naar www.deleunstoel.nl
donderdag 24 mei 2012
vrijdag 11 mei 2012
Wilde GroenLinks altijd al 'Kunduz'?
'Paars Plus' is VVD, PvdA, D66 en GroenLinks. De PvdA is dus een onontbeerlijk onderdeel van Paars met of zonder GroenLinks als 'plus'.
Rutte legde dus niet uit waarom 'Paars Plus' bij de formatie niet kon maar waarom GroenLinks onder Femke Halsema terugschrok voor de combinatie die we tegenwoordig de 'Kunduzcoalitie' noemen: zonder PvdA, maar met CDA. Als dat zo is, dan heeft Sap de openlijke twijfel aan de 3% van de PvdA onder Samsom dus inderdaad dankbaar aangegrepen om dat te doen wat Femke Halsema tijdens de formatie nog niet durfde: breken met de PvdA om 'Kunduz' mogelijk te maken.
Opmerkelijk!!
Zie: Pauw en Witteman met Rutte
GroenLinks: 'Willen wij met zo'n combinatie (Kunduz) meedoen dan moet de PvdA zichtbaar weglopen'
donderdag 10 mei 2012
Twee vliegen in één klap
Door de onlangs losgebarste discussie over de 'Marokkaanse machocultuur' herinnerde me ik ineens een oud stukje dat ik ooit voor de Rode Reiger/Rauie Regah schreef (eenmalig omgedoopt tot 'Scharlaken Eiber'). Het blijkt na bijna tien jaar nog verbazend actueel te zijn. NB: het betreft hier satire, maar wellicht .... ;-)
"Nog hoogtepunten in deze Eiber, Willem?" "Ja, meneer Minderhout. El Houssine trekt ten strijde tegen discriminatie in de Horeca." "Van allochtonen?" "Sst, meneer Minderhout. Dat woord mogen we niet meer gebruiken van meneer Johan Chandoe. Te generaliserend" "Marokkanen dan?" "Marokkaanse Nederlanders, als ik het wel heb. Of meer in het algemeen Nederlanders met een niet-westerse landsaanduiding ervoor."
"Goede actie van El Houssine, maar het kan beter." "Hoe bedoelt u?" "Nou die niet-westerse Nederlanders die geweigerd worden, dat zijn toch voornamelijk jongens?" "Ik geloof het wel meneer Minderhout." "En wat willen die jongens? Dansen, drinken, roken en, als het meezit, jeweetwel." "U zegt het." "Dus allemaal dingen die ze van de AEL niet mogen en daarom moeten ze die Disco in kunnen! Want als ze niet naar binnen mogen, dan zijn de druiven zuur. Dan gaan ze religieus gemotiveerd afzien van dansen, drinken, roken en jeweetwel. Voor je het weet gaan ze dan ook nog uit protest tegen de zionistische entiteit de omgeving van de Sjoel onveilig maken. Ze moeten dus die Disco in.
Maar er speelt nog wat. Recent onderzoek wijst uit dat de vele importhuwelijken te wijten zijn aan het feit dat de niet-westerse Nederlandse meisjes de niet-westerse Nederlandse jongens te stom vinden om voor de Duvel te dansen en die jongens vinden die meiden juist weer veel te slim. Hoe komt dat? Omdat die jongens de hele nacht op pad moeten om een Disco te vinden waar ze naar binnen mogen en dan hebben ze geen tijd meer om te slapen, laat staan voor huiswerk. Die meiden mogen niks, dus die doen de hele avond alleen maar huiswerk.
Ik stel dus voor dat niet-westerse Nederlandse jongens altijd en overal moeten worden toegelaten op vertoon van minimaal één zuster. Scheelt een hoop zoekwerk en die zus wil vast niet iedere avond mee. Dus die jongens hebben meer tijd voor hun huiswerk, die meiden ietsje minder, zodat ze weer een beetje op gelijk niveau komen. En in die Disco komen ze er misschien achter dat niet alleen wat van ver komt lekker is."
"Geniaal idee, meneer Minderhout. Maar daar wil de PvdA vast niet aan." "Geen nood, Willem. Ik speel het door naar Ayaan. Misschien kunnen wij er in het kader van de inburgering een weekje NIVON Huis tegenaan gooien."
Verscheen eerder in De Scharlaken Eiber, Elektronisch Magazine van de PvdA afdeling Den Haag, Vierde jaargang, nummer 19, dinsdag 17 juni 2003.
"Nog hoogtepunten in deze Eiber, Willem?" "Ja, meneer Minderhout. El Houssine trekt ten strijde tegen discriminatie in de Horeca." "Van allochtonen?" "Sst, meneer Minderhout. Dat woord mogen we niet meer gebruiken van meneer Johan Chandoe. Te generaliserend" "Marokkanen dan?" "Marokkaanse Nederlanders, als ik het wel heb. Of meer in het algemeen Nederlanders met een niet-westerse landsaanduiding ervoor."
"Goede actie van El Houssine, maar het kan beter." "Hoe bedoelt u?" "Nou die niet-westerse Nederlanders die geweigerd worden, dat zijn toch voornamelijk jongens?" "Ik geloof het wel meneer Minderhout." "En wat willen die jongens? Dansen, drinken, roken en, als het meezit, jeweetwel." "U zegt het." "Dus allemaal dingen die ze van de AEL niet mogen en daarom moeten ze die Disco in kunnen! Want als ze niet naar binnen mogen, dan zijn de druiven zuur. Dan gaan ze religieus gemotiveerd afzien van dansen, drinken, roken en jeweetwel. Voor je het weet gaan ze dan ook nog uit protest tegen de zionistische entiteit de omgeving van de Sjoel onveilig maken. Ze moeten dus die Disco in.
Maar er speelt nog wat. Recent onderzoek wijst uit dat de vele importhuwelijken te wijten zijn aan het feit dat de niet-westerse Nederlandse meisjes de niet-westerse Nederlandse jongens te stom vinden om voor de Duvel te dansen en die jongens vinden die meiden juist weer veel te slim. Hoe komt dat? Omdat die jongens de hele nacht op pad moeten om een Disco te vinden waar ze naar binnen mogen en dan hebben ze geen tijd meer om te slapen, laat staan voor huiswerk. Die meiden mogen niks, dus die doen de hele avond alleen maar huiswerk.
Ik stel dus voor dat niet-westerse Nederlandse jongens altijd en overal moeten worden toegelaten op vertoon van minimaal één zuster. Scheelt een hoop zoekwerk en die zus wil vast niet iedere avond mee. Dus die jongens hebben meer tijd voor hun huiswerk, die meiden ietsje minder, zodat ze weer een beetje op gelijk niveau komen. En in die Disco komen ze er misschien achter dat niet alleen wat van ver komt lekker is."
"Geniaal idee, meneer Minderhout. Maar daar wil de PvdA vast niet aan." "Geen nood, Willem. Ik speel het door naar Ayaan. Misschien kunnen wij er in het kader van de inburgering een weekje NIVON Huis tegenaan gooien."
Verscheen eerder in De Scharlaken Eiber, Elektronisch Magazine van de PvdA afdeling Den Haag, Vierde jaargang, nummer 19, dinsdag 17 juni 2003.
De Leunstoel, nummer 13 van jaargang 9
Geachte lezers
Op donderdag 10 mei 2012 is nummer 13 van jaargang 9 actief geworden.
Ga naar www.deleunstoel.nl
Als u liever van papier leest: zorg dat er voldoende papier in de printer zit en druk op de knop onderaan de inhoudsopgave.
Claude Aendenboom diepte voor dit nummer een triootje op uit 1997. ‘Hoe houd je een nieuwe liefde fris?’ vroeg Marcel D. zich vorige keer af. Willem Minderhout weet het antwoord! Zelfs kookverhalen kunnen aanleiding zijn voor melancholie, ondervindt Maeve van der Steen. Het plaatje bij haar verhaal is van Elène Klaren.
Bij Peter Schröder pruttelt het rampennummer nog wat na. 'Diederik wie?' oud nieuws becommentarieerd door Jaap van Lakerveld. De familiegeschiedenis van Claude Aendenboom blijkt zwarte kanten te hebben.
Wat hoor ik daar toch? Oh, dat zijn de pratende apen van Willem Minderhout. Het verhaal over Nestor Verdaasdonk wordt door Carlo van Praag naar een verrassend einde gevoerd. Frits Hoorweg ontmoet in Wallonië de geest van Bob den Uyl.
In Zürich werd geschaakt, reden voor Dik Kruithof erheen te gaan. In het werelddorp van Sebastiaan Capel is niets meer wat het geweest is, tot zijn genoegen. Katharina Kouwenhoven constateert, met spijt lijkt het, dat er nog steeds geen grand cafés zijn.
Henk Klaren tenslotte portretteert het leven van alledag (Cartoon) en inventariseert de vele gedaanten van een lied: Jambalaya.
Vorige keer kondigden wij een interview van Willem Minderhout met Roos Vermeij aan, over haar rol in de Commissie de Wit. Vanwege politiek gedoe kon dat (nog?) niet doorgaan.
De plaatjes zijn van: Pepijn Lampe, Elène Klaren, Dik Kruithof, Katharina Kouwenhoven, Peter Schröder, Frits Hoorweg en Henk Klaren.
Stuur dit bericht door aan vrienden, kennissen en familie; wat ons betreft uw hele adresboek!
Met vriendelijke groet namens de redactie,
Frits Hoorweg
Ga naar www.deleunstoel.nl
Op donderdag 10 mei 2012 is nummer 13 van jaargang 9 actief geworden.
Ga naar www.deleunstoel.nl
Als u liever van papier leest: zorg dat er voldoende papier in de printer zit en druk op de knop onderaan de inhoudsopgave.
Claude Aendenboom diepte voor dit nummer een triootje op uit 1997. ‘Hoe houd je een nieuwe liefde fris?’ vroeg Marcel D. zich vorige keer af. Willem Minderhout weet het antwoord! Zelfs kookverhalen kunnen aanleiding zijn voor melancholie, ondervindt Maeve van der Steen. Het plaatje bij haar verhaal is van Elène Klaren.
Bij Peter Schröder pruttelt het rampennummer nog wat na. 'Diederik wie?' oud nieuws becommentarieerd door Jaap van Lakerveld. De familiegeschiedenis van Claude Aendenboom blijkt zwarte kanten te hebben.
Wat hoor ik daar toch? Oh, dat zijn de pratende apen van Willem Minderhout. Het verhaal over Nestor Verdaasdonk wordt door Carlo van Praag naar een verrassend einde gevoerd. Frits Hoorweg ontmoet in Wallonië de geest van Bob den Uyl.
In Zürich werd geschaakt, reden voor Dik Kruithof erheen te gaan. In het werelddorp van Sebastiaan Capel is niets meer wat het geweest is, tot zijn genoegen. Katharina Kouwenhoven constateert, met spijt lijkt het, dat er nog steeds geen grand cafés zijn.
Henk Klaren tenslotte portretteert het leven van alledag (Cartoon) en inventariseert de vele gedaanten van een lied: Jambalaya.
Vorige keer kondigden wij een interview van Willem Minderhout met Roos Vermeij aan, over haar rol in de Commissie de Wit. Vanwege politiek gedoe kon dat (nog?) niet doorgaan.
De plaatjes zijn van: Pepijn Lampe, Elène Klaren, Dik Kruithof, Katharina Kouwenhoven, Peter Schröder, Frits Hoorweg en Henk Klaren.
Stuur dit bericht door aan vrienden, kennissen en familie; wat ons betreft uw hele adresboek!
Met vriendelijke groet namens de redactie,
Frits Hoorweg
Ga naar www.deleunstoel.nl
dinsdag 8 mei 2012
De aantekeningen van Malte Laurids Brigge Hoofdstuk 7
De aantekeningen van Malte Laurids
Brigge Hoofdstuk 7
Rainer Maria Rilke
Dit uitstekende hotel is zeer oud, reeds in de tijd van koning Clovis stierf men daar in een beperkt aantal bedden. Momenteel wordt er in 599 bedden gestorven. Vanzelfsprekend fabrieksmatig. Bij zo'n enorme productie wordt iedere dood afzonderlijk niet zo goed uitgevoerd, maar daar komt het dan ook niet zo op aan. Het gaat om de massa. Wie is er tegenwoordig nog geïnteresseerd in een zorgvuldig uitgewerkte dood? Niemand. Zelfs de rijken, die het zich toch kunnen veroorloven om uitgebreid te sterven, beginnen nalatig en onverschillig te worden; de wens om een eigen dood te hebben wordt steeds zeldzamer. Nog eventjes en de eigen dood zal net zo zeldzaam zijn als een eigen leven.
Mijn god, alles is aanwezig! Men komt, men vindt een leven, kant en klaar, je hoeft het alleen maar aan te trekken. Men wil gaan, of men wordt daartoe gedwongen: hupsakee, wind je niet op: Voilä votre mort, monsieur. Men sterft zoals het uitkomt; men sterft de dood, die bij de ziekte hoort die men heeft (want sinds men alle ziekten kent, weet men ook dat de verschillende dodelijke aflopen een onderdeel zijn van die zíekten en niet van de mensen; de zieke heeft, zo te zeggen, zelf niets meer te doen).
In de sanatoria, waar immers graag en met zoveel dankbaarheid jegens artsen en verplegend personeel gestorven wordt, sterft men één van de door de inrichting gearrangeerde doden; dat wordt zeer op prijs gesteld. Als men echter thuis sterft, spreekt het vanzelf zo'n hoffelijke dood uit de betere kringen te kiezen, onlosmakelijk verbonden met een eerste klas begrafenis en alle toeters en bellen die bij die wonderschone gebruiken horen. Voor zo'n huis zie je dan de armen staan en ze kijken zich de ogen uit. Hun dood is vanzelfsprekend banaal, zonder al die heisa. Ze zijn al blij als ze er één vinden die een beetje past. Hij mag best wat ruim zitten, een mens groeit altijd nog wel een beetje.
Alleen wanneer hij niet sluit bij de borst, of je de keel dicht snoert, dan zit je in de problemen.
Rainer Maria Rilke
(vertaling uit het Duits: Willem Minderhout, 24-01-2004)
Rainer Maria Rilke
Dit uitstekende hotel is zeer oud, reeds in de tijd van koning Clovis stierf men daar in een beperkt aantal bedden. Momenteel wordt er in 599 bedden gestorven. Vanzelfsprekend fabrieksmatig. Bij zo'n enorme productie wordt iedere dood afzonderlijk niet zo goed uitgevoerd, maar daar komt het dan ook niet zo op aan. Het gaat om de massa. Wie is er tegenwoordig nog geïnteresseerd in een zorgvuldig uitgewerkte dood? Niemand. Zelfs de rijken, die het zich toch kunnen veroorloven om uitgebreid te sterven, beginnen nalatig en onverschillig te worden; de wens om een eigen dood te hebben wordt steeds zeldzamer. Nog eventjes en de eigen dood zal net zo zeldzaam zijn als een eigen leven.
Mijn god, alles is aanwezig! Men komt, men vindt een leven, kant en klaar, je hoeft het alleen maar aan te trekken. Men wil gaan, of men wordt daartoe gedwongen: hupsakee, wind je niet op: Voilä votre mort, monsieur. Men sterft zoals het uitkomt; men sterft de dood, die bij de ziekte hoort die men heeft (want sinds men alle ziekten kent, weet men ook dat de verschillende dodelijke aflopen een onderdeel zijn van die zíekten en niet van de mensen; de zieke heeft, zo te zeggen, zelf niets meer te doen).
In de sanatoria, waar immers graag en met zoveel dankbaarheid jegens artsen en verplegend personeel gestorven wordt, sterft men één van de door de inrichting gearrangeerde doden; dat wordt zeer op prijs gesteld. Als men echter thuis sterft, spreekt het vanzelf zo'n hoffelijke dood uit de betere kringen te kiezen, onlosmakelijk verbonden met een eerste klas begrafenis en alle toeters en bellen die bij die wonderschone gebruiken horen. Voor zo'n huis zie je dan de armen staan en ze kijken zich de ogen uit. Hun dood is vanzelfsprekend banaal, zonder al die heisa. Ze zijn al blij als ze er één vinden die een beetje past. Hij mag best wat ruim zitten, een mens groeit altijd nog wel een beetje.
Alleen wanneer hij niet sluit bij de borst, of je de keel dicht snoert, dan zit je in de problemen.
Rainer Maria Rilke
(vertaling uit het Duits: Willem Minderhout, 24-01-2004)
Ik volg je (Ich geh dir nach)
Ik volg je
Ik volg je, zoals uit een bedompte cel
een half-genezene strompelt: in de dag zo hel
waar met blanke handen de jasmijn hem wenkt.
Met een diepe zucht stapt hij over de drempel,
hij wankelt tastend voort: Golf na golf zo fel
is het de onstuimige lente die hem bijna verzengt.
Ik volg je als je trouwste toegewijde.
Ik voel je gestalte door deze weide
voor mijn uitgestrekte handen gaan.
Ik volg je, zoals uit een koortsig leiden
bange kinderen gaan naar vrolijke meiden,
die ze sussen omdat ze hun angst verstaan.
Ik volg je. Waar ook jouw hart mij voert
vraag ik niet. Ik volg je en ik ben geroerd
hoe alle bloemen van je jurk de zoom...
Ik volg je ook als de laatste deur ons beloert,
ik volg je ook uit de laatste droom...
Rainer Maria Rilke
(vertaling uit het Duits: Willem Minderhout, 24-01-2004)
Ik volg je, zoals uit een bedompte cel
een half-genezene strompelt: in de dag zo hel
waar met blanke handen de jasmijn hem wenkt.
Met een diepe zucht stapt hij over de drempel,
hij wankelt tastend voort: Golf na golf zo fel
is het de onstuimige lente die hem bijna verzengt.
Ik volg je als je trouwste toegewijde.
Ik voel je gestalte door deze weide
voor mijn uitgestrekte handen gaan.
Ik volg je, zoals uit een koortsig leiden
bange kinderen gaan naar vrolijke meiden,
die ze sussen omdat ze hun angst verstaan.
Ik volg je. Waar ook jouw hart mij voert
vraag ik niet. Ik volg je en ik ben geroerd
hoe alle bloemen van je jurk de zoom...
Ik volg je ook als de laatste deur ons beloert,
ik volg je ook uit de laatste droom...
Rainer Maria Rilke
(vertaling uit het Duits: Willem Minderhout, 24-01-2004)
Gazelle van de onvoorziene liefde (Gacela Del Amor Imprevisto)
Gazelle van de onvoorziene liefde
Niemand kon de kleur begrijpen van de duistere magnolia
van je buik.
Niemand wist dat je, uit liefde, tussen je tanden
een kolibrie folterde.
Duizend Perzische paarden sliepen op het plein met de
maan van je voorhoofd, terwijl ik vier nachten lang met mijn
hand je middel omklemde, vijandin van de sneeuw.
Tussen de gepleisterde muur en de jasmijnstruiken was je blik
een bleek boeket vol zaden.
Ik zocht, om ze aan jou te geven, diep in mijn hart
naar letters van ivoor, die zeggen altijd
altijd, altijd: tuin van mijn doodsangst
je lichaam voor altijd op de vlucht
het bloed van jouw aderen in mijn mond,
je mond die nu mijn dood niet meer verlicht.
Federico Garcia Lorca
(vertaling uit het Spaans: Willem Minderhout en Sofia Velasco, 14-02-2004)
Niemand kon de kleur begrijpen van de duistere magnolia
van je buik.
Niemand wist dat je, uit liefde, tussen je tanden
een kolibrie folterde.
Duizend Perzische paarden sliepen op het plein met de
maan van je voorhoofd, terwijl ik vier nachten lang met mijn
hand je middel omklemde, vijandin van de sneeuw.
Tussen de gepleisterde muur en de jasmijnstruiken was je blik
een bleek boeket vol zaden.
Ik zocht, om ze aan jou te geven, diep in mijn hart
naar letters van ivoor, die zeggen altijd
altijd, altijd: tuin van mijn doodsangst
je lichaam voor altijd op de vlucht
het bloed van jouw aderen in mijn mond,
je mond die nu mijn dood niet meer verlicht.
Federico Garcia Lorca
(vertaling uit het Spaans: Willem Minderhout en Sofia Velasco, 14-02-2004)
We kunnen er echt niet (We Really Can't)
We kunnen er echt niet
Over praten op een of andere oprechte manier. Er is op zijn minst één
Manier, laten we het daar maar bij houden. Zonneklaar. Laten we zeggen,
De zon gaat onder. Ik wil niet opscheppen of zo, maar dat is nogal
Indrukwekkend deze zonsondergang. Ik bedoel, we kijken er
Recht tegenaan, een tropisch eiland glinstert aan de horizon en ik zeg je:
Kijk daar nou toch eens. En dat doe je. En ik vraag je dit: Heb je ooit een
Indrukwekkendere zonsondergang gezien? Natuurlijk heb je dat niet,
Ik ook niet. Wat overblijft is een oneindige muggenzifterij,
Nou ja – één mug: we proberen zélf uit de stront te blijven. Wij zijn de diersoort
Met het beste juridische inzicht van de hele schepping. Je hebt
Het recht om te zwijgen tenzij we je overreden. In beide gevallen,
Word je waarschijnlijk overreden door een dronken chauffeur in Ecuador,
Nog steeds voortvluchtig. Ik zei je toch dat jasjes weer in de mode kwamen
En de volgende oorlog zou wel eens om water kunnen zijn. Luister, luister--
Deze keer heb je een kans, net als de vorige keer.
Claudia Grinnell
(vertaling uit het Engels: Willem Minderhout 18-10-2004)
Claudia Grinnell, geboren en getogen in Duitsland woont in Louisiana en doceert aan de Universiteit van Louisiana in Monroe. Zij schreef: Conditions Horizontal (Missing Consonant Press, 2001) en publiceerde gedichten in tijdschriften als Exquisite Corpse, New Orleans Review, Mudlark, and Minnesota Review. In 2000 kreeg zij de Southern Women Writers Emerging Poets Award.
Bovenstaand gedicht verscheen in Logos
Over praten op een of andere oprechte manier. Er is op zijn minst één
Manier, laten we het daar maar bij houden. Zonneklaar. Laten we zeggen,
De zon gaat onder. Ik wil niet opscheppen of zo, maar dat is nogal
Indrukwekkend deze zonsondergang. Ik bedoel, we kijken er
Recht tegenaan, een tropisch eiland glinstert aan de horizon en ik zeg je:
Kijk daar nou toch eens. En dat doe je. En ik vraag je dit: Heb je ooit een
Indrukwekkendere zonsondergang gezien? Natuurlijk heb je dat niet,
Ik ook niet. Wat overblijft is een oneindige muggenzifterij,
Nou ja – één mug: we proberen zélf uit de stront te blijven. Wij zijn de diersoort
Met het beste juridische inzicht van de hele schepping. Je hebt
Het recht om te zwijgen tenzij we je overreden. In beide gevallen,
Word je waarschijnlijk overreden door een dronken chauffeur in Ecuador,
Nog steeds voortvluchtig. Ik zei je toch dat jasjes weer in de mode kwamen
En de volgende oorlog zou wel eens om water kunnen zijn. Luister, luister--
Deze keer heb je een kans, net als de vorige keer.
Claudia Grinnell
(vertaling uit het Engels: Willem Minderhout 18-10-2004)
Claudia Grinnell, geboren en getogen in Duitsland woont in Louisiana en doceert aan de Universiteit van Louisiana in Monroe. Zij schreef: Conditions Horizontal (Missing Consonant Press, 2001) en publiceerde gedichten in tijdschriften als Exquisite Corpse, New Orleans Review, Mudlark, and Minnesota Review. In 2000 kreeg zij de Southern Women Writers Emerging Poets Award.
Bovenstaand gedicht verscheen in Logos
M.T.C. Cronin: Bestseller
M.T.C. Cronin: Bestseller
Bestseller, Vagabond Press, Sydney
Australia, 2001
(vertaling uit het Engels: Willem Minderhout,
begin: 08-10-2004, vooralsnog ernstig onvoltooid)
BESTSELLER
Het was een erg rustig land
Waar ik woonde
De president zei
Waar zullen we anders door geregeerd worden
Dan door de wet
Kan je ze in de rij zien staan
Voor wat liefde
Mijn vrienden en buren
Maakten me duidelijk
Dat ze die plaatsen heimelijk betraden
Hun huizen
Maar ze komen gewoonlijk naar buiten
Bij ieder geluid
Dat ze nooit eerder gehoord hebben
Ik dacht dat het
Slechts de avondklok was
En schreef een boek
Genaamd "Hoe om te gaan met de overheid"
Ik voelde me te gemakkelijk geraakt
Door dingen
Die te dicht bij me kwamen
Ik begon de indruk te krijgen
Onafhankelijk van het tijdstip van de dag
Dat het altijd laat in de nacht was
En ik las de kritieken op mijn boek
Met een gevoel alsof ik
De gebruiksaanwijzingen op het pak
Niet gelezen had
Een maand later
Toen ik een bestseller was
Kwamen ze om me mee te nemen
Steek de lijk-kaars aan zei ik
Ze gaan me zometeen vertellen
Over vrouwen en kerken
En de zielen van immer
De soldaten vermeden zorgvuldig
Enig geluid te maken
Waren wreed en beleeefd
Terwijl ze me hielpen een
verlengde limousine in te stappen
Let op de treeplank zei de jongste
Al die zorgzaamheid voor het graf? vroeg ik.
Waar ik woonde
De president zei
Waar zullen we anders door geregeerd worden
Dan door de wet
Kan je ze in de rij zien staan
Voor wat liefde
Mijn vrienden en buren
Maakten me duidelijk
Dat ze die plaatsen heimelijk betraden
Hun huizen
Maar ze komen gewoonlijk naar buiten
Bij ieder geluid
Dat ze nooit eerder gehoord hebben
Ik dacht dat het
Slechts de avondklok was
En schreef een boek
Genaamd "Hoe om te gaan met de overheid"
Ik voelde me te gemakkelijk geraakt
Door dingen
Die te dicht bij me kwamen
Ik begon de indruk te krijgen
Onafhankelijk van het tijdstip van de dag
Dat het altijd laat in de nacht was
En ik las de kritieken op mijn boek
Met een gevoel alsof ik
De gebruiksaanwijzingen op het pak
Niet gelezen had
Een maand later
Toen ik een bestseller was
Kwamen ze om me mee te nemen
Steek de lijk-kaars aan zei ik
Ze gaan me zometeen vertellen
Over vrouwen en kerken
En de zielen van immer
De soldaten vermeden zorgvuldig
Enig geluid te maken
Waren wreed en beleeefd
Terwijl ze me hielpen een
verlengde limousine in te stappen
Let op de treeplank zei de jongste
Al die zorgzaamheid voor het graf? vroeg ik.
HOOFDSTUK
ÉÉN
ZOALS HET
GESCHREVEN HAD KUNNEN ZIJN
DE DICHTER IN EEN TIJDPERK VAN OVERVLOED
Het aan een Audit onderworpen Hart
Woorden drongen naar voren en vochten en raakten gewond
En stierven en gingen naar huis en raakten verlamd -
De glibberige overlevenden ontleedden zich tesamen opdat we mogen luisteren
Naar hun zwaarden
Het gekletter
Dat is waar de tanden zijn, niet in de mond
Maar in de hand, zich uitstrekkend naar het hart daarachter
Deze kooi van heilige ontvangst
De wedren naar de bodem van die rode plek
Slang, dat ding, dat daar kronkelt
Genesteld onder de borst want er is hier alleen maar oorlog
Geweld aan de kust
In de gangen
Het land ontwerpt zichzelf, leeg en dreigend
Zonder de behoefte om de ruimte te meten tussen dit woord
En mijn laatste
Het heden wordt kleiner en kleiner
Terwijl de toekomst groter en groter wordt
Het boek van de Australiër werd geschreven
Als gevolg van een eed nooit te schrijven
Alweer. Alles
Was van te groot belang
Te weinig
Ik wil mijn lot niet laten rusten op het gewone
Op veiligheid - ik wil met iedereen praten!
Maar God is geen ouder
Geen moeder en geen vader
En jij moet ook acher mijn stem kijken
Om mijn stem waarlijk te horen
Zelfs ik, die het gedaan heeft, moet zoeken naar bewijsmateriaal van wat ik deed -
Zo vermoeid dat er geen gelegenheid is die ik te baat zal nemen
Niets vertrouwelijks in mijn bewegingen ten opzichte van de wereld
Ik kan niet rusten op mijn eigen hand
Schoonheid, zelfs van wolken, maakt me waakzaam
Voor de partijdigheid van de bloem
Ik heb de hand vastgehouden van de kleinste man
De kracht nog in ze, als van een reus
En
Mijn lach verheffend tot het niveau van een lichamelijk kenmerk
Zeg: Wees niet rusteloos met andermans liefde
Want deze lichaamsdelen, deze onberekenbare middelen tot opsporing
Zijn precies degenen die de grootste gewelddaden ondergaan
Net als die drie-ogige vis die rondrent
In de rivier achter onze huizen
Het aan een Audit onderworpen Hart
Woorden drongen naar voren en vochten en raakten gewond
En stierven en gingen naar huis en raakten verlamd -
De glibberige overlevenden ontleedden zich tesamen opdat we mogen luisteren
Naar hun zwaarden
Het gekletter
Dat is waar de tanden zijn, niet in de mond
Maar in de hand, zich uitstrekkend naar het hart daarachter
Deze kooi van heilige ontvangst
De wedren naar de bodem van die rode plek
Slang, dat ding, dat daar kronkelt
Genesteld onder de borst want er is hier alleen maar oorlog
Geweld aan de kust
In de gangen
Het land ontwerpt zichzelf, leeg en dreigend
Zonder de behoefte om de ruimte te meten tussen dit woord
En mijn laatste
Het heden wordt kleiner en kleiner
Terwijl de toekomst groter en groter wordt
Het boek van de Australiër werd geschreven
Als gevolg van een eed nooit te schrijven
Alweer. Alles
Was van te groot belang
Te weinig
Ik wil mijn lot niet laten rusten op het gewone
Op veiligheid - ik wil met iedereen praten!
Maar God is geen ouder
Geen moeder en geen vader
En jij moet ook acher mijn stem kijken
Om mijn stem waarlijk te horen
Zelfs ik, die het gedaan heeft, moet zoeken naar bewijsmateriaal van wat ik deed -
Zo vermoeid dat er geen gelegenheid is die ik te baat zal nemen
Niets vertrouwelijks in mijn bewegingen ten opzichte van de wereld
Ik kan niet rusten op mijn eigen hand
Schoonheid, zelfs van wolken, maakt me waakzaam
Voor de partijdigheid van de bloem
Ik heb de hand vastgehouden van de kleinste man
De kracht nog in ze, als van een reus
En
Mijn lach verheffend tot het niveau van een lichamelijk kenmerk
Zeg: Wees niet rusteloos met andermans liefde
Want deze lichaamsdelen, deze onberekenbare middelen tot opsporing
Zijn precies degenen die de grootste gewelddaden ondergaan
Net als die drie-ogige vis die rondrent
In de rivier achter onze huizen
KLEINE(RE)
LETTERTJES
EEN MILJOEN DODEN
Op de dag dat het prinsesje stierf
Stond Stalin op uit de dood en sprak:
"Een enkele dood is een tragedie,
een miljoen doden is een statistiek"
en Rilke fluisterde over die velen, misschien schreeuwde hij het wel,
dat ze stierven "in 559 bedden. Fabrieksmatig, vanzelfsprekend," (1)
terwijl Derrida het lijk opbaarde en verklaarde
vrouw, haar naam maakte geschiedenis -
het was de namiddag van de kat's grijze adem, Christus in bed,
veilig en warm, ingestopt voor het middagdutje,
de boerenkinkels keken allemaal TV
en de drankzaken leeg en stil als het graf.
De kerken ook leeg, op wat gebeden na, verzonden
per expresse
en geen enkele bloem in geen enkele tuin
bleef ongeplukt. Offergaven omzoomden de straten
en stapelden zich op tegen publieke gebouwen en buiten
de rechtbanken betaalden hooghartig grijnzende jongeren de prijs
geëist door het woedende, rouwende gepeupel. Gepeupel
verving de populatie en versmolt vervolgens tot één enkel beest
met tranen die over een dichotoom gezicht stroomden
om uiteindelijk van het puntje van zijn internationale neus te ploppen
en te landen op het puntje, het uiterste puntje, van een uitgestoken tong
geboren en getogen om enkel de schibbolet
van zijn generatie te stamelen; die tranen smaakten
als het spoor van het beest zelf; het achtervolgde zichzelf
in een cirkel en zeeg neer tussen de pagina's
van het plaatselijke sufferdje (Wat hetzelfde is
als alle plaatselijke sufferdjes over de hele wereld en
plaste op een drukpers rondtollend in een doodse plek
dat is waar de dood leeft). De krantenkop schreeuwde:
SCHOONHEIDSKONINGIN BANG VOOR BOM IN HAAR BREIN
(de subtext der menselijkheid lag zieltogend aan de voeten
van het redactioneel commentaar) en in kleinere letters, "prachtige
vrouw ontploft en laat alleen een gedeukte kroon na, de kostbare
edelstenen worden vermist..."
Bomen vielen in katzwijm, spelden en naalden staken
in de voeten der aarde, kunstenaars
stonden erbij als ondernemers en alle wereld-
leiders ontwikkelden, net als Pasternak, een zwak
voor het epitoom
(dat zei tenminste de schrijver van een mini-biografie) (van Pasternak!).
Kleur had geen status meer op deze zwart
witte pagina ondanks
de full colour foto van het bloed van de
onfortuinlijke - blauw niet rood - en de verschrikkelijk
goede herkenbaarheid die op de foto bewaard gebleven was
ondanks het feit dat krantenpapier goedkoop is
en grof van korrel. Tegen het einde van de week
waren de zielen uitgewrongen van het huilen en werden
in de wind te drogen gehangen, anderen werden aangevreten door katten alsof
ze katterigheid konden genezen, een waslijn
vol van hen wapperde in de wind totdat de zielen
duizelig en droog waren, sommigen werden over de rugleuning
van een stoel gegooid achtergelaten en gewoon vergeten -
overal strompelden lichamen rond
leeg en doelloos (maar tamelijk grappig
gewichtloos en luchthartig - als stomme
engelen of kleine Goden
zonder schepselen).
De "warm-aderige dubbelganger der Tijd"
arriveerde arm in arm met de dood
met Dylan Thomas die een slaperige jig danste
terwijl ginds in de zee, de miljoenen jaren oude zee,
nog geen vis met zijn ogen knipperde.
Op de dag dat het prinsesje stierf
werd een nieuw soort verveling geboren volgroeid
en luid blaffend aan de rand van de stad
als een zwaar versterkte hond. Op hun hoede voor zijn beet
kerfden de dichters hun initialen in de bomen
op de door pis zacht geworden schorre schors en de stompzinnigheid
van hun luid protesterende moeders en vaders
(poetische ouders, natuurlijk, die lofdichten
publiceerden in de nieuwsbladen en voordroegen voor de radio's
zachte woorden toen de kunst meer gebaat zou zijn geweest
bij terughoudendheid, maar...), gelukkig waren de besten
al dood tegen de tijd deze tijd
was voorbijgegaan en verbleef tamelijk
"onpoetisch" in het wonderbaarlijke en gewonde
land van het verleden. En bovendien duurde het niet lang totdat
iemand vuil spel suggereerde en de betreurde
verscheidene werd herboren in een complot:
uit de Hemel daalde ze neer en betrok haar residentie
op postzegels, porceleinen beeldjes en
CD-roms; verdomme, ze gaf zelfs popsterren,
seksbommen, levende heiligen en een paar beroemde
dode dieren een boel waar voor hun geld.
Het was moeilijk om het verschil te zien
met die goede oude tijd
behalve dat niemand meer iemand
zag sterven -
Maar dat was misschien zo slecht nog niet,
is zo slecht nog niet? En we leven nog lang en gelukkig
in een kasteel waar we tijdschriften lezen op onze privé
troon - het geluid van geknor en gescheet
en het gepomp van onze stront naar de zee . . .
terwijl Lacan's bangebroeken en spoken door de zalen zwerven
nagejaagd door die moderne filosofe
(Ik ben haar naam kwijt) die zo slim is
dat het nog wel eens slecht met haar zal aflopen.
Stond Stalin op uit de dood en sprak:
"Een enkele dood is een tragedie,
een miljoen doden is een statistiek"
en Rilke fluisterde over die velen, misschien schreeuwde hij het wel,
dat ze stierven "in 559 bedden. Fabrieksmatig, vanzelfsprekend," (1)
terwijl Derrida het lijk opbaarde en verklaarde
vrouw, haar naam maakte geschiedenis -
het was de namiddag van de kat's grijze adem, Christus in bed,
veilig en warm, ingestopt voor het middagdutje,
de boerenkinkels keken allemaal TV
en de drankzaken leeg en stil als het graf.
De kerken ook leeg, op wat gebeden na, verzonden
per expresse
en geen enkele bloem in geen enkele tuin
bleef ongeplukt. Offergaven omzoomden de straten
en stapelden zich op tegen publieke gebouwen en buiten
de rechtbanken betaalden hooghartig grijnzende jongeren de prijs
geëist door het woedende, rouwende gepeupel. Gepeupel
verving de populatie en versmolt vervolgens tot één enkel beest
met tranen die over een dichotoom gezicht stroomden
om uiteindelijk van het puntje van zijn internationale neus te ploppen
en te landen op het puntje, het uiterste puntje, van een uitgestoken tong
geboren en getogen om enkel de schibbolet
van zijn generatie te stamelen; die tranen smaakten
als het spoor van het beest zelf; het achtervolgde zichzelf
in een cirkel en zeeg neer tussen de pagina's
van het plaatselijke sufferdje (Wat hetzelfde is
als alle plaatselijke sufferdjes over de hele wereld en
plaste op een drukpers rondtollend in een doodse plek
dat is waar de dood leeft). De krantenkop schreeuwde:
SCHOONHEIDSKONINGIN BANG VOOR BOM IN HAAR BREIN
(de subtext der menselijkheid lag zieltogend aan de voeten
van het redactioneel commentaar) en in kleinere letters, "prachtige
vrouw ontploft en laat alleen een gedeukte kroon na, de kostbare
edelstenen worden vermist..."
Bomen vielen in katzwijm, spelden en naalden staken
in de voeten der aarde, kunstenaars
stonden erbij als ondernemers en alle wereld-
leiders ontwikkelden, net als Pasternak, een zwak
voor het epitoom
(dat zei tenminste de schrijver van een mini-biografie) (van Pasternak!).
Kleur had geen status meer op deze zwart
witte pagina ondanks
de full colour foto van het bloed van de
onfortuinlijke - blauw niet rood - en de verschrikkelijk
goede herkenbaarheid die op de foto bewaard gebleven was
ondanks het feit dat krantenpapier goedkoop is
en grof van korrel. Tegen het einde van de week
waren de zielen uitgewrongen van het huilen en werden
in de wind te drogen gehangen, anderen werden aangevreten door katten alsof
ze katterigheid konden genezen, een waslijn
vol van hen wapperde in de wind totdat de zielen
duizelig en droog waren, sommigen werden over de rugleuning
van een stoel gegooid achtergelaten en gewoon vergeten -
overal strompelden lichamen rond
leeg en doelloos (maar tamelijk grappig
gewichtloos en luchthartig - als stomme
engelen of kleine Goden
zonder schepselen).
De "warm-aderige dubbelganger der Tijd"
arriveerde arm in arm met de dood
met Dylan Thomas die een slaperige jig danste
terwijl ginds in de zee, de miljoenen jaren oude zee,
nog geen vis met zijn ogen knipperde.
Op de dag dat het prinsesje stierf
werd een nieuw soort verveling geboren volgroeid
en luid blaffend aan de rand van de stad
als een zwaar versterkte hond. Op hun hoede voor zijn beet
kerfden de dichters hun initialen in de bomen
op de door pis zacht geworden schorre schors en de stompzinnigheid
van hun luid protesterende moeders en vaders
(poetische ouders, natuurlijk, die lofdichten
publiceerden in de nieuwsbladen en voordroegen voor de radio's
zachte woorden toen de kunst meer gebaat zou zijn geweest
bij terughoudendheid, maar...), gelukkig waren de besten
al dood tegen de tijd deze tijd
was voorbijgegaan en verbleef tamelijk
"onpoetisch" in het wonderbaarlijke en gewonde
land van het verleden. En bovendien duurde het niet lang totdat
iemand vuil spel suggereerde en de betreurde
verscheidene werd herboren in een complot:
uit de Hemel daalde ze neer en betrok haar residentie
op postzegels, porceleinen beeldjes en
CD-roms; verdomme, ze gaf zelfs popsterren,
seksbommen, levende heiligen en een paar beroemde
dode dieren een boel waar voor hun geld.
Het was moeilijk om het verschil te zien
met die goede oude tijd
behalve dat niemand meer iemand
zag sterven -
Maar dat was misschien zo slecht nog niet,
is zo slecht nog niet? En we leven nog lang en gelukkig
in een kasteel waar we tijdschriften lezen op onze privé
troon - het geluid van geknor en gescheet
en het gepomp van onze stront naar de zee . . .
terwijl Lacan's bangebroeken en spoken door de zalen zwerven
nagejaagd door die moderne filosofe
(Ik ben haar naam kwijt) die zo slim is
dat het nog wel eens slecht met haar zal aflopen.
(1) Het Rilke citaat "in 559 bedden. Fabrieksmatig, vanzelfsprekend",
komt uit het zevende hoofstuk van de Aantekeningen van Malte Laurids
Brigge. Lees de vertaling hier >>>
DE OCEAAN ALS ZEE GEBRUIKEN
te verlangen om de taal te spreken
om rhetorische vragen serieus te nemen
Yeats: "Hoe kunnen we de danser onderscheiden van de dans?" *)
msschien zei hij niet dat ze niet te onderscheiden waren
misschien wilde hij het écht weten
lees niet uit, lees slechts in
Dat wil zeggen, leer nooit iets van de tekst
"bedoeling": wat was de bedoeling van de zelfmoordenaar?
om zowel een forensisch als een creatief personage te zijn?
om de oceaan te gebruiken als een zee?
om de spelletjes te spelen die we nu spelen
vinden we ons zelf zowel gefopt als gebrekkig
maar een gebrek aan plezier is vaak een gebrek aan nederigheid
zelfs zij die een sjaal dragen knippen wel of niet hun haar
identiteit is zijn eigen intrige
te verlangen om de taal te spreken
om rhetorische vragen serieus te nemen
Yeats: "Hoe kunnen we de danser onderscheiden van de dans?" *)
msschien zei hij niet dat ze niet te onderscheiden waren
misschien wilde hij het écht weten
lees niet uit, lees slechts in
Dat wil zeggen, leer nooit iets van de tekst
"bedoeling": wat was de bedoeling van de zelfmoordenaar?
om zowel een forensisch als een creatief personage te zijn?
om de oceaan te gebruiken als een zee?
om de spelletjes te spelen die we nu spelen
vinden we ons zelf zowel gefopt als gebrekkig
maar een gebrek aan plezier is vaak een gebrek aan nederigheid
zelfs zij die een sjaal dragen knippen wel of niet hun haar
identiteit is zijn eigen intrige
*) W.B. Yeats, Among School Children
M.T.C. Cronin: prachtig, onvoltooid
M.T.C. Cronin: prachtig,
onvoltooid
PARABEL/GEZANG/CANTO/GEDICHT
beautiful, unfinished, Salt Publishers,
Cambridge UK 2003
(vertaling uit het Engels: Willem Minderhout,
begin: 25-09-2004, vooralsnog ernstig onvoltooid)
I
Er is niet één ding dat ik niet
als een parabel wil zeggen
Want in de geest zit een andere geest
ergens zo ver achterin
dat je hem nog niet hebt weten te bereiken
Hij grinnikt als degene die
het lachen heeft uitgevonden.
II
Ik ben ingesnoerd
als met ambrozijn
met mijn angst
Zij zit in mijn ogen en het bewustzijn
hoe zij uitkijken
door blindheid
(Die vervelende vlekken.)
III
Het is waar dat alle verhalen
in helften geschreven worden
De woorden die een oude man tegen me sprak
als ik een jonge vrouw ben
Zoveel regels alweer
als ik schreef toen ik nog leefde
Verhaal van einden begonnen
XL
De zon heeft geen weet van ons
Toch kweken we metaforen
van haar licht
Alle metaforen komen daar vandaan
zelfs die van het duister
En ook die die de leegte proberen te vatten
zijn schaterlach en verlossing
Er is niet één ding dat ik niet
als een parabel wil zeggen
Want in de geest zit een andere geest
ergens zo ver achterin
dat je hem nog niet hebt weten te bereiken
Hij grinnikt als degene die
het lachen heeft uitgevonden.
II
Ik ben ingesnoerd
als met ambrozijn
met mijn angst
Zij zit in mijn ogen en het bewustzijn
hoe zij uitkijken
door blindheid
(Die vervelende vlekken.)
III
Het is waar dat alle verhalen
in helften geschreven worden
De woorden die een oude man tegen me sprak
als ik een jonge vrouw ben
Zoveel regels alweer
als ik schreef toen ik nog leefde
Verhaal van einden begonnen
XL
De zon heeft geen weet van ons
Toch kweken we metaforen
van haar licht
Alle metaforen komen daar vandaan
zelfs die van het duister
En ook die die de leegte proberen te vatten
zijn schaterlach en verlossing
Zeven
Geheimzinnige
Gezangen
V -
Fortuinlijkheid
3 Drie keer de maan rond
En het is gewoon een spelletje
Houd het maar tegen je oor
Een ritje maken
de schaduwen stormen ons tegemoet
Onze vergissingen
Hij vroeg
Kunnen we nog verliefd zijn
als er modder
van de zon af valt
Terwijl de maan
haar knokkels over
mijn rug rolt
En ze antwoordde
langzaam
als een slak
Maak nog maar
drie rondjes
door de lucht
't Is veilig
wij wonen daar
En het is gewoon een spelletje
Houd het maar tegen je oor
Een ritje maken
de schaduwen stormen ons tegemoet
Onze vergissingen
Hij vroeg
Kunnen we nog verliefd zijn
als er modder
van de zon af valt
Terwijl de maan
haar knokkels over
mijn rug rolt
En ze antwoordde
langzaam
als een slak
Maak nog maar
drie rondjes
door de lucht
't Is veilig
wij wonen daar
Canto van Morgen en Magdalena
En Oh! het was Maria
Maar ik kon niet aan
HAAR DENKEN
Geen libido
Alleen geïndustrialiseerd blauw en wit
Niets als dat meisje op
het bed
Verzadigde, en lichte ogen
En het gouden licht viel slechts
ooit door de
ramen van een Kerk
En Maria zei
"Je bent slechts een kind"
Amme hoela!
Net als de borsten van het meisje zeker?
Verdorven bloed
En een prachtige manier
om haar benen te spreiden
in het hete licht van de nacht
En toen ik wakker werd?
Maria en die verdomde Engelen ...
In een bepaald licht
is alles wat je hebt
een litteken
En Oh! het was Maria
Maar ik kon niet aan
HAAR DENKEN
Geen libido
Alleen geïndustrialiseerd blauw en wit
Niets als dat meisje op
het bed
Verzadigde, en lichte ogen
En het gouden licht viel slechts
ooit door de
ramen van een Kerk
En Maria zei
"Je bent slechts een kind"
Amme hoela!
Net als de borsten van het meisje zeker?
Verdorven bloed
En een prachtige manier
om haar benen te spreiden
in het hete licht van de nacht
En toen ik wakker werd?
Maria en die verdomde Engelen ...
In een bepaald licht
is alles wat je hebt
een litteken
Het lichaam arriveerde vroeg
in de achterste wagen
Ik sliep rechtop zittend
in mijn moeders grote bed
en droomde van mijn broer, zoals hij gisteren
de berg afkwam
met de dode vogel
in zijn stem
Hij stond daar met de camera
terwijl ik zijn vleugels uitspreidde
totdat mijn onderarmen pijn deden
en mijn lichaam de dood voorspelde
van mijn hele familie
Als de arend te zwaar voor je is
zei hij
leg hem dan maar neer
Maar ik was verlamd door de lens
Onbeweeglijk en gevangen
zie je waar de mensen vandaan komen
Het betekent dat ik vandaag
in de kist kan kijken
en mijn oma's dichtgeknepen lippen kan zien
Je moet je in staat voelen om kritiek te geven
fluisterde een klein levend stemmetje
Maar verwacht niet dat het bekritiseerde ding
je antwoord geven zal
in de achterste wagen
Ik sliep rechtop zittend
in mijn moeders grote bed
en droomde van mijn broer, zoals hij gisteren
de berg afkwam
met de dode vogel
in zijn stem
Hij stond daar met de camera
terwijl ik zijn vleugels uitspreidde
totdat mijn onderarmen pijn deden
en mijn lichaam de dood voorspelde
van mijn hele familie
Als de arend te zwaar voor je is
zei hij
leg hem dan maar neer
Maar ik was verlamd door de lens
Onbeweeglijk en gevangen
zie je waar de mensen vandaan komen
Het betekent dat ik vandaag
in de kist kan kijken
en mijn oma's dichtgeknepen lippen kan zien
Je moet je in staat voelen om kritiek te geven
fluisterde een klein levend stemmetje
Maar verwacht niet dat het bekritiseerde ding
je antwoord geven zal
M.T.C. Cronin
De Stem (The Voice)
De Stem
Veilig in de betovering van het woud
Lag ik en bekeek het dovend licht.
Zwak in de bleke hoge eenzaamheid
Door regen gewassen en door de nacht gesluierd.
'k Zag zilver en blauw en groen
en de donkere bossen werden duisterder nog
en vogels zwegen en de vrede groeide
en een diepe rust bekroop de heuvel
en er was geen zuchtje wind
En ik wist
dat dit het uur van het weten was
en de nacht en de bossen en jij
waren aanééngesmeed en ik zou spoedig
in de stilte de verborgen sleutel vinden
van al wat mij ooit verward en gepijnigd had -
waarom jij jij was en de nacht zo zoet
en de bossen waren een deel van mijn hart
En daar wachtte ik en hield de adem in
alleen; en langzaam groeide de heilige boom,
de boom die ik liefhad, samen met mij
één in het uur van het weten
nacht en de bossen en jij -
En plotseling
brak de hel los in mijn bos,
het kabaal van een dwaas in geveinsd gevaar
vallend en lachend in blinde gang
van stompzinnige voeten en een ruisende jurk,
en een stem die de eenzaamheid ontwijdde
de betovering werd verbroken, de sleutel werd me ontzegd
en eindeloos ratelde jouw schelle stem naast me
vrolijk de ene stomme opmerking na de andere
Jij kwam en kwaakte aan mijn zijde in het bos.
je zei: "het uitzicht is hier erg goed"
je zei: " 't Is fijn om eventjes alleen te zijn"
en "wat worden de dagen al weer lang", zei jij.
Jij zei: "mooi hè, die zonsondergang?"
Mijn God! Ik wou - Ik wou dat je dood was!
Lag ik en bekeek het dovend licht.
Zwak in de bleke hoge eenzaamheid
Door regen gewassen en door de nacht gesluierd.
'k Zag zilver en blauw en groen
en de donkere bossen werden duisterder nog
en vogels zwegen en de vrede groeide
en een diepe rust bekroop de heuvel
en er was geen zuchtje wind
En ik wist
dat dit het uur van het weten was
en de nacht en de bossen en jij
waren aanééngesmeed en ik zou spoedig
in de stilte de verborgen sleutel vinden
van al wat mij ooit verward en gepijnigd had -
waarom jij jij was en de nacht zo zoet
en de bossen waren een deel van mijn hart
En daar wachtte ik en hield de adem in
alleen; en langzaam groeide de heilige boom,
de boom die ik liefhad, samen met mij
één in het uur van het weten
nacht en de bossen en jij -
En plotseling
brak de hel los in mijn bos,
het kabaal van een dwaas in geveinsd gevaar
vallend en lachend in blinde gang
van stompzinnige voeten en een ruisende jurk,
en een stem die de eenzaamheid ontwijdde
de betovering werd verbroken, de sleutel werd me ontzegd
en eindeloos ratelde jouw schelle stem naast me
vrolijk de ene stomme opmerking na de andere
Jij kwam en kwaakte aan mijn zijde in het bos.
je zei: "het uitzicht is hier erg goed"
je zei: " 't Is fijn om eventjes alleen te zijn"
en "wat worden de dagen al weer lang", zei jij.
Jij zei: "mooi hè, die zonsondergang?"
Mijn God! Ik wou - Ik wou dat je dood was!
Vertaling uit het Engels: Willem Minderhout 20-11-2003)
Vrouwenlijf ... (Cuerpo de Mujer)
Vrouwenlijf
...
Vrouwenlijf, blanke heuvels, blanke dijen
In jouw overgave lijk je op de wereld
Mijn wilde boerenlijf ondermijnt je
En laat het kind uit de bodem van de aarde springen.
Ik ging alleen, als een tunnel. De vogeltjes vluchtten van me weg
En de nacht drong in zijn volle zwaarte tot mij door.
Om te overleven smeed ik je tot een wapen,
Tot een pijl voor mijn boog, een steen voor mijn slinger.
Maar het uur der wrake heeft geslagen, en ik houd van jou.
Je lichaam van huid, van mos, van gretige en stevige room.
Ah, de kruiken van je borsten! Ah, je dromerige ogen!
Ah, de rozen van je liefdesheuvel! Ah, je stem, langzaam en droevig.
Lijf van mijn vrouw, ik eis dat je bevallig bent.
Mijn dorst, mijn grenzeloze begeerte, mijn richtingloze gang.
Donkere beddingen waar de dorst eeuwig stroomt
En waar de vermoeidheid stroomt, en de pijn, de eindeloze pijn.
Pablo Neruda
In jouw overgave lijk je op de wereld
Mijn wilde boerenlijf ondermijnt je
En laat het kind uit de bodem van de aarde springen.
Ik ging alleen, als een tunnel. De vogeltjes vluchtten van me weg
En de nacht drong in zijn volle zwaarte tot mij door.
Om te overleven smeed ik je tot een wapen,
Tot een pijl voor mijn boog, een steen voor mijn slinger.
Maar het uur der wrake heeft geslagen, en ik houd van jou.
Je lichaam van huid, van mos, van gretige en stevige room.
Ah, de kruiken van je borsten! Ah, je dromerige ogen!
Ah, de rozen van je liefdesheuvel! Ah, je stem, langzaam en droevig.
Lijf van mijn vrouw, ik eis dat je bevallig bent.
Mijn dorst, mijn grenzeloze begeerte, mijn richtingloze gang.
Donkere beddingen waar de dorst eeuwig stroomt
En waar de vermoeidheid stroomt, en de pijn, de eindeloze pijn.
Pablo Neruda
Cuerpo de mujer ..., Uit:
Veinte poemas de amor y una canción
desesperada.
(Vertaling uit het Spaans, Willem
Minderhout en Sofia Velasco, 17-07-2004)
Tot ziens aan de bergen! (Proshchanie s gorami)
Vladimir Vysotsky
Vladimr Vysotsky (1938 - 1980) was als zanger, dichter en acteur immens populair in de Sovjet Unie, maar - om het zacht te zeggen - niet zo geliefd bij de autoriteiten.
Hier volgt de vertaling van één van zijn liederen.
Tot ziens aan de bergen! (Proshchanie s gorami)
Naar het gekrioel van de straten, de verkeerstromen en de opstoppingen
Naar het stadsleven keren we weer, we komen terug, zoals dat gaat.
We dalen af van de bedwongen bergtoppen
En we laten ons hart achter,
we laten ons hart achter in de bergen.
Het geeft geen zin om er ruzie over te maken,
Ik weet het al heel lang:
Er is maar één ding beter dan de bergen,
En dát zijn de bergen die we nog niet beklommen hebben.
Wie wil er in de steek gelaten worden, zonder hoop?
Wie wil er opgeven, en ongehoorzaam zijn aan zijn hartewens?
We dalen af van de hoge bergtoppen, die we bedwongen ...
Er is niets aan te doen: ook de goden daalden vroeger af uit de hemel.
Het heeft geen zin om er ruzie over te maken,
Ik weet het al heel lang:
Er is maar één ding beter dan de bergen,
En dát zijn de bergen die we nog niet beklommen hebben.
Veel prachtige liederen, veel woorden van hoop en liefde
Werden geïnspireerd door de bergen, en zij roepen ons voor eeuwig.
Maar toch moeten we afdalen, voor een jaar of voor een leven lang.
Maar we moeten terugkeren naar de bergen .... altijd weer.
Het heeft geen zin om er ruzie over te maken,
Ik weet het al heel lang:
Er is maar één ding beter dan de bergen,
En dát zijn de bergen die we nog niet beklommen hebben.
Vladimr Vysotsky (vertaling uit het Russisch: Alec Vagapov; vertaling uit het Engels: Willem Minderhout, 12-12-2004.)
Vladimr Vysotsky (1938 - 1980) was als zanger, dichter en acteur immens populair in de Sovjet Unie, maar - om het zacht te zeggen - niet zo geliefd bij de autoriteiten.
Hier volgt de vertaling van één van zijn liederen.
Tot ziens aan de bergen! (Proshchanie s gorami)
Naar het gekrioel van de straten, de verkeerstromen en de opstoppingen
Naar het stadsleven keren we weer, we komen terug, zoals dat gaat.
We dalen af van de bedwongen bergtoppen
En we laten ons hart achter,
we laten ons hart achter in de bergen.
Het geeft geen zin om er ruzie over te maken,
Ik weet het al heel lang:
Er is maar één ding beter dan de bergen,
En dát zijn de bergen die we nog niet beklommen hebben.
Wie wil er in de steek gelaten worden, zonder hoop?
Wie wil er opgeven, en ongehoorzaam zijn aan zijn hartewens?
We dalen af van de hoge bergtoppen, die we bedwongen ...
Er is niets aan te doen: ook de goden daalden vroeger af uit de hemel.
Het heeft geen zin om er ruzie over te maken,
Ik weet het al heel lang:
Er is maar één ding beter dan de bergen,
En dát zijn de bergen die we nog niet beklommen hebben.
Veel prachtige liederen, veel woorden van hoop en liefde
Werden geïnspireerd door de bergen, en zij roepen ons voor eeuwig.
Maar toch moeten we afdalen, voor een jaar of voor een leven lang.
Maar we moeten terugkeren naar de bergen .... altijd weer.
Het heeft geen zin om er ruzie over te maken,
Ik weet het al heel lang:
Er is maar één ding beter dan de bergen,
En dát zijn de bergen die we nog niet beklommen hebben.
Vladimr Vysotsky (vertaling uit het Russisch: Alec Vagapov; vertaling uit het Engels: Willem Minderhout, 12-12-2004.)
Kwikzilver laden met een hooivork (Loading Mercury with a Pitchfork)
Kwikzilver laden met een
hooivork
Richard Brautigan
Hier verschijnt successievelijk een
vertaling van Loading Mercury with a Pitchfork van Richard
Brautigan (Simon and Schuster, New York, 1971).
Willem Minderhout
INHOUD:
-
Kraaien en Kwikzilver
-
Liefde (compleet)
-
Afdeling 3
-
Groepsportet Zonder de Leeuwen(compleet)
-
Veel Succes, Kapitein Martin
-
Vijf Gedichten
-
Montana / 1973
-
PS (compleet)
Kraaien en Kwikzilver
Postkaart
Ik vraag me af of de vier en tachtig
jarige Kolonel Sanders
er ooit genoeg van krijgt om Amerika rond te reizen
om over gebakken kip te praten.
er ooit genoeg van krijgt om Amerika rond te reizen
om over gebakken kip te praten.
Kwikzilver laden met een hooivork
Kwikzilver laden met een hooivork
je vrachtwagen is bijna vol. De buren
zijn best wel trots op je. Ze
staan om je heen en kijken toe.
Het is tijd om jezelf te trainen
Het is tijd om jezelf te trainen
om weer alleen te slapen
en het is zo godverdomde moeilijk.
De daad van: genegenheid met doodsverachting
De daad van: genegenheid met doodsverachting
verzekert de stabiliteit van de sterren
en hun plek aan het begin van
alles.
Twee gozers komen uit een auto
Twee gozers komen uit een auto.
Ze staan ernaast. Ze
weten niet wat ze anders moeten doen.
Plaaggeesten als stoomaangedreven tennisbanen
Plaaggeesten als stoomaangedreven tennisbanen
bespoken de appels in mijn nietbestaande boomgaard.
Ik herinner me dat er daar alleen maar wormen te vinden waren
die in door maanlicht beschenen klokhuizen dansten in warme september
nachten.
Kraaienmaagd
Met in de hoofdrol een beeldschoon meisje en drie
en twintig kraaien. Zij heeft blond haar. De kraaien zijn
intelligent. De regisseur is volledig geobsedeerd door het
het budget (te laag). De fotograaf is verliefd
geworden op het meisje. Zij kan hem niet uitstaan. De
kraaien zijn geduldig. De regisseur is een homoseksueel.
Het meisje houdt van hem. De fotograaf
dagdroomt over moord "Honderd vijf en
zeventig duizend. Ik was een dwaas!", zegt de regisseur
tegen zichzelf. Het meisje heeft de gewoonte ontwikkeld 's nachts
veel te huilen. De kraaien wachten op hun grote scene.
En je zult gaan waar de kraaien gaan
en je zult weten wat de kraaien weten.
Nadat je al hun geheimen geleerd hebt
en denkt zoals zij denken en je liefde
hun veren streelt als de muren
van een middernachtsklok, dan zullen ze wegvliegen
en je meenemen.
En je zult gaan waar de kraaien gaan
en je zult weten wat de kraaien weten.
Informatie
Elke gedachte ik op dit moment heb
is geen ene klote waard want ik ben volledig
uitgescheten.
Ben jij het Lam van je eigen Vergiffenis?
Ik bedoel: Kan je het jezelf vergeven / al
die misdaden zonder slachtoffers?
Autobiografie (Poets het
als een zilverstuk
Ik sta op de begraafplaats van Byrds, Texas.
Wat zei Judy ook alweer: "Godvergeten is ook prachtig."
Een oude man, met kanker op zijn gezicht, die de begraafplaats
verzorgt, harkt een graf aan op zo'n manier dat het bijna
is alsof (poets het als een zilverstuk.
Een oude hond staat naast hem. Het is een hete dag: 40 graden.
Wat doe ik hier helemaal in west Texas, op
een begraafplaats? De oude man vraagt zich dat ook af.
Mijn aanwezigheid is een onderdeel geworden van zijn gehark. Ik weet
dat hij ook mij aan het poetsen is.
Autobiografie (Wanneer de maan
schijnt als een dode garage
Wanneer de maan schijnt als een dode garage
reis ik met benzinegeesten terug langs al die platgetreden
mijlen van het verleden, zeven en twintig Model A mijlen per uur
in 1939, op weg naar waar ik ben vergeten.
Autobiografie (Vaarwel,
Ultraviolet
De telefoon rinkelt in San Francisco
"Je spreekt met Ultraviolet."
Ik ken haar niet ik weet alleen dat ze
een filmactrice is.
Ze wil meet me praten.
Ze heeft een aardige stem.
We praten enige tijd.
Dan moet ze ergens heen.
"Vaarwel."
Ik begon met een vergissing
maar ik beloof beterschap
en zal de dag op orde brengen.
Ze vermaken zich uitstekend
Ze vermaken zich uitstekend
glazen wijn drinkend
en pratend over dingen
die ze leuk vinden.
We ontmoeten elkaar, we proberen, er gebeurt niets, maar
We ontmoeten elkaar, we proberen, er gebeurt niets, maar
achteraf voelen we ons altijd opgelaten
als we elkaar tegenkomen. We kijken weg.
Weer naar huis weer naar huis
als een schildpad naar zijn balkon
Weer naar huis weer naar huis
als een schildpad naar zijn balkon
en jij weet waar dat is.
Je zult onware
herinneringen aan me hebben
(Voor Rilke)
Je zult onware herinneringen aan me hebben
als half ontwikkelde foto's
gedurende alle dagen van je leven, zelfs al
heb je me nooit ontmoet want ik heb
je gedroomd. Het is bijna morgen, de droom
uit.
Vinden is iets anders verliezen
Vinden is iets anders verliezen
Ik denk na over, betreur zelfs,
wat ik verloor om dit te vinden.
Impasse
Ik sprak een goede hallo
maar zij sprak een nog
betere vaarwel.
Homage aan Charles Atlas
Een dagdroom oefent je geest
voor een ogenblik of twee als een onzichtbare
spier. Dan is het weg, volledig
vergeten.
Op pure plotselinge dagen als onschuld
Op pure plotselinge dagen als onschuld
aanschouwen wij de heiligen en hun prioriteiten
geponst in de lucht.
Opmerkelijk jong als een versgegraven graf
Opmerkelijk jong als een versgegraven graf
paradeert de dag in cirkels als een tol
met vallende regen in zijn schaduw.
Pal naast de ochtendkoffie
Als ik dit nu opschrijf, dan
zal ik het 's ochtends hebben.
De vraag is: Wil ik
de dag hiermee
beginnen?
Montana inventaris
Een insect met 140 kilometer per uur verpletterd
als safraan op de voorruit
en een witte wolk in blauwe lucht boven de
in snelheid gemarineerde kever.
Eik
kraaien / de
kraaien / de
(de boom)
Ben
Ik telefoneer Oklahoma vanavond. De telefoon
gaat acht of negen keer over maar er is niemand thuis. Ben is
niet in zijn trailer geparkeerd in een weiland net buiten
Oklahoma City.
Liefde
3 September
(De Dr. William Carlos Williams
Vergissing
Ik had vreselijke last van slapeloosheid vannacht, geplaagd
door het verleden, het heden en de toekomst die
zich in alle detais aandienden
weet je: Oh, al die shit die door onze kop maalt!
Toen herinnerde ik me dat het de verjaardag van Dr. William Carlos
Williams was en daar kikkerde ik van op
tot het vrijwel ochtend was.
NB:
3 september is niet
de verjaardag van Dr. William Carlos
Williams. Het is de verjaardag
van een vriendin.
Dr. William Carlos Williams
werd op 17 september geboren, in 1883.
Interessante vergissing.
Vuurtoren
Met onze lichtbundels, raken we elkaar aan,
naast elkaar liggend
als golven.
Ik draai me om en in haar
en kijk neer door het
kaarslicht om te zeggen,
"Hé, ik ben je aan het neuken."
Alles Heeft Met Ons Te maken
De gedachte dat haar handen
zijn haar aanraken
maakt me kotsmisselijk.
Wat is er gebeurd?
Jij was het mooiste meisje
in je eindexamenklas op de middelbare school
in 1927.
Nu heb je kort blauw haar
en niemand houdt van je,
zelfs je eigen kinderen niet.
Ze vinden het niet leuk om je over de vloer te hebben
want je werkt op hun zenuwen.
Ik zal je langzaam beïnvloeden
Ik zal je langzaam beïnvloeden
alsof je aan het picnicken
bent in een droom.
Er zullen geen mieren zijn.
Het zal niet regenen.
Zichzelf Parapluend als een matig-ontworpen Engel
Zichzelf parapluend als een matig-ontworpen engel
wordt ze alweer verliefd: gedoemd tot een gebroken hart
want zo gaat het altijd met haar. Ik ben blij
dat ze niet verliefd wordt op mij.
Hier Is Iets Prachtigs (Enz.
Hier is iets prachtigs (enz.
Ik heb zo weinig over dat je zou
willen hebben.
Zijn kleur begint in je hand.
Zijn vorm is jouw aanraking.
Zo Mechanisch als een Trappenhuis
Zo mechanisch als een trappenhuis,
zo plechtstatig als een trappenhuis,
hebben ze elkaar na jaren zoeken
gevonden.
Noot: Ik heb hier 'flight of stairs' vertaald als 'trappenhuis'. Dat is fout, maar ik wist niets beters te verzinnen. wm.
Wij waren het nieuws van elf uur
Wij waren het nieuws van elf uur
omdat wij terwijl de rest van de wereld
naar de bliksem ging de liefde bedreven.
Met de Veronderstelling van een Simpele Groet
Met de veronderstelling van een simpele groet
kan het allemaal beginnen.
tot aan het je zelf in slaap huilen,
terwijl je je afvraagt waar ze in jezusnaam
uithangt.
Het Seksuele Ongeluk
Het seksuele ongeluk
dat zich ontpopte tot je vrouw,
de moeder van je kinderen
en van het einde van je leven, is thuis
en kookt een maaltijd voor al je vrienden.
Zaken
Toen hij stierf liet hij zijn vrouw
drie benzinestations en een warenhuis na.
Zijn vriendin erfde twee supermarkten.
Neuk me als gebakken aardappelen
Neuk me als gebakken aardappelen
op de meest prachtig hongerige
morgen van mijn godverdomde leven.
Bloemen voor een kraai
Jij hebt jouw vrienden.
Ik heb de mijne.
Afdeling 3
Ben je er ooit geweest?
Ik zie aan je ogen dat ik je
de verkeerde vraag heb gesteld.
Ze staan bezorgd en afwezig. We zullen
het over iets anders hebben.
Atilla aan de poorten van het telecom-bedrijf
Ze zeiden dat
mijn telefoon
gemaakt zou zijn
tegen zessen.
Ze garandeerden
het.
De Amelia Earhart Pannenkoek
Het is mij niet gelukt een gedicht te vinden
voor deze titel. Ik ben jaren bezig geweest
er een te zoeken en nu geef ik het
op.
Ik wil er niets van weten
Ik wil er niets van weten
Vertel het maar aan iemand anders.
Zij zullen het begrijpen en dat zal je
goed doen.
De laatste verrassing
De laatste verrassing is wanneer je je
langzaam maar zeker bewust wordt dat niets
je nog langer verrast.
Heldin van de tijdmachine
Als je haar toen ze vijftien was verteld had
dat ze op haar twintigste naar bed zou gaan
met kale mannen en het nog lekker zou vinden ook,
dan zou ze je erg abstract hebben gevonden.
Je hebt een geheim nodig om 'een geheim' te kennen
Je hebt een geheim nodig om 'een geheim' te kennen.
Dan heb je twee geheimen die elkáár
kennen. Precies
wat je altijd wilde, ze staan
daar naar elkaar te kijken met hun
pyama's aan.
Vrijwillig Drijfzand
Ik las vanmorgen de Courant
alsof ik ging staan in vrijwillig
drijfzand
en ik zag mijn schoenen verdwijnen in het nieuws
met nog vier en veertig dagen lente te gaan.
Groepsportret zonder de Leeuwen
met gebruik van natuurlijk licht.
Maxine
Deel 1
Geen feest is
compleet
zonder jou.
Iedereen
weet dat.
Het feest
begint als
jij arriveert.
Robot
Deel 2
Robot slaapt graag
tijdens lamge luie zomermiddagen.
Net als zijn vrienden
met de zon weerkaatsend van hen
als van conservenblikken.
Fred kocht een paar schaatsen
Deel 3
Fred kocht een paar schaatsen
Dat was twintig jaar geleden,
Hij heeft ze nog steeds maar hij
schaatst niet meer.
Calvin luistert naar zeesterren
Deel 4
Calvin luistert naar zeesterren
Hij luistert heel aandachtig naar ze,
terwijl hij in een strandplas ligt
doornat
met zijn kleren aan
maar luistert hij wel echt naar ze?
Liz bekijkt zichzelf in de spiegel
Deel 5
Ze is erg terneergeslagen,
Niets ging goed vandaag,
dus gelooft ze niet dat
ze er is.
Doris
Deel 6
Vanochtend werd
er op de deur
geklopt. Je deed open.
De postbode stond
daar. Hij sloeg je in je
gezicht.
Ginger
Deel 7
Ze is blij
dat Bill
haar leuk vindt.
Vicky slaap met dode mensen
Deel 8
Vicky slaapt buiten in de bossen
met dode mensen maar ze kamt
altijd haar haar in de morgen.
Haar ouders begrijpen haar niet.
En zij begrijpt hen niet.
Zij proberen het. Zij probeert het. De dode
mensen proberen het. Ze zullen er allemaal ooit
wel uit komen.
Betty maakt heerlijke wafels
Deel 9
Iedereen is het daar mee
eens.
Claudia / 1923 - 1970
Deel 10
Haar moeder, nog in leven,
is 65.
Haar grootmoeder, nog in leven,
is 86.
"Mensen in mijn familie
worden allemaal erg oud!"
- zei Claudia altijd,
lachend.
Wat een verrasssing
was dat.
Walter
Deel 11
Iedere nacht: net voordat hij in slaap valt
hoest Walter. Omdat hij nooit in één
kamer met iemand anders geslapen heeft, denkt hij
dat iedereen hoest net voordat hij in slaap
valt. Zo ziet zijn wereld eruit.
Morgan
Deel 12
Morgan eindigde als tweede in de presidentsverkiezingen
op zijn middelbare school in 1931.
Hij is daar nooit overheen gekomen.
Sindsdien is hij niet meer geïnteresseerd
in mensen. Daar kan je niet op rekenen.
Hij werkt nu al meer dan dertig jaar
als nachtwaker bij dezelfde fabriek.
Om middernacht loopt hij tussen de stille apparaten.
Hij doet net alsof het zijn vrienden zijn die erg veel
van hem houden. Zij zouden op hem
gestemd hebben.
Molly
Deel 13
Molly is bang om naar de vliering te gaan
Ze is bang dat als ze daar heen zou gaan
en de doos zou zien met de kleren die ze
twintig jaar geleden droeg,
ze in huilen uit zou barsten.
"Ah, Grote Verwachtingen!"
Deel 14
Sam zegt graag: "Ah, Grote Verwachtingen!"
op zijn minst drie of vier keer in ieder
gesprek. Hij is twaalf jaar oud.
Niemand weet waar hij het over heeft als
hij het zegt. Soms voelen mensen zich er
nogal onprettig door.
P.S.
Niemand weet wat de ervaring waard is
Niemand weet wat de ervaring waard is
maar het is beter dan duimen te draaien
vertel ik mezelf keer op keer.
Richard Brautigan
Loading Mercury with a Pitchfork
(Vertaling uit het Engels: Wilem Minderhout
begonnen 17-01-04 . Wordt vervolgd tot het af is.)
Hoe beestachtig is de bourgeois (How Beastly the Bourgeois is)
Hoe beestachtig is de bourgeois
Hoe beestachtig is de bourgeois
vooral de mannetjes van de soort --
Representatief, uitermate representatief --
zal ik er voor u een presentje van maken?
Is hij niet knap? Is hij niet gezond? Is hij niet een prachtexemplaar?
Ziet hij er niet uit als een frisse, schone Nederlander aan de buitenkant?
Is hij niet God's eigen evenbeeld, zoals hij dagelijks door het land zwerft achter een patrijs, of een klein rubber balletje aan?
zou jij ook niet zo willen zijn? In goeden doen en helemaal het heertje?
Oh, maar wacht!
Confronteer hem met een nieuw gevoel, druk hem met zijn neus op de behoeften van een ander,
leg eens een moreel probleempje op zijn deurmat, laat het leven eens een nieuw beroep doen op zijn oordeelsvermogen
en kijk dan toe hoe hij klef wordt, als een nat schuimgebakje.
Kijk toe hoe hij compleet in verwarring raakt: of hij wordt dwaas, of hij zet een grote bek op.
Kijk gewoon eens naar het schouwspel, als er een onverwacht beroep op zijn intelligentie wordt gedaan,
een nieuwe levensvraag.
Hoe beestachtig is de bourgeois
vooral de mannetjes van de soort --
Netjes verzorgd, als een champignon
staat hij daar, zo gladjes, rechtop een lust voor het oog --
en als een schimmel, terend op de resten van een verloren leven
zuigt hij zijn leven uit de dode bladeren van een groter leven
dan dat van hemzelf.
Maar toch, ook hij is niet meer vers, hij is hier al te lang geweest.
Raak hem aan, en je zult merken dat hij van binnen al verdwenen is
net als een oude champignon, wormstekig en hol
onder een gave huid en een statig uiterlijk.
Vol met borrelende, wormstekige, lege gevoelens
tamelijk akelig --
Hoe beestachtig is de bourgeois!
Ze staan daar met duizenden, deze verschijningen, in het klamme Nederland
wat jammer dat ze niet allemaal omver geschopt kunnen worden
als verlepte paddestoelen, achtergelaten om verder weg te rotten, en weg te zakken in Neerlands bodem..
D.H. Lawrence
(vertaling uit het Engels: Willem Minderhout, 07-02-2004)
Hoe beestachtig is de bourgeois
vooral de mannetjes van de soort --
Representatief, uitermate representatief --
zal ik er voor u een presentje van maken?
Is hij niet knap? Is hij niet gezond? Is hij niet een prachtexemplaar?
Ziet hij er niet uit als een frisse, schone Nederlander aan de buitenkant?
Is hij niet God's eigen evenbeeld, zoals hij dagelijks door het land zwerft achter een patrijs, of een klein rubber balletje aan?
zou jij ook niet zo willen zijn? In goeden doen en helemaal het heertje?
Oh, maar wacht!
Confronteer hem met een nieuw gevoel, druk hem met zijn neus op de behoeften van een ander,
leg eens een moreel probleempje op zijn deurmat, laat het leven eens een nieuw beroep doen op zijn oordeelsvermogen
en kijk dan toe hoe hij klef wordt, als een nat schuimgebakje.
Kijk toe hoe hij compleet in verwarring raakt: of hij wordt dwaas, of hij zet een grote bek op.
Kijk gewoon eens naar het schouwspel, als er een onverwacht beroep op zijn intelligentie wordt gedaan,
een nieuwe levensvraag.
Hoe beestachtig is de bourgeois
vooral de mannetjes van de soort --
Netjes verzorgd, als een champignon
staat hij daar, zo gladjes, rechtop een lust voor het oog --
en als een schimmel, terend op de resten van een verloren leven
zuigt hij zijn leven uit de dode bladeren van een groter leven
dan dat van hemzelf.
Maar toch, ook hij is niet meer vers, hij is hier al te lang geweest.
Raak hem aan, en je zult merken dat hij van binnen al verdwenen is
net als een oude champignon, wormstekig en hol
onder een gave huid en een statig uiterlijk.
Vol met borrelende, wormstekige, lege gevoelens
tamelijk akelig --
Hoe beestachtig is de bourgeois!
Ze staan daar met duizenden, deze verschijningen, in het klamme Nederland
wat jammer dat ze niet allemaal omver geschopt kunnen worden
als verlepte paddestoelen, achtergelaten om verder weg te rotten, en weg te zakken in Neerlands bodem..
D.H. Lawrence
(vertaling uit het Engels: Willem Minderhout, 07-02-2004)
De optimist (The Optimist)
en verft de wanden hemelsblauw
en barricadeert de deur
en zegt dat hij zich in de hemel bevindt.
D.H. Lawrence
(vertaling Willem Minderhout, juni 2004)
Er komt een tijd (The time will come)
Er komt een tijd (The time will come)
Er komt een tijd
dat je, trots en uitgelaten,
jezelf zal groeten als je aankomt
bij je eigen deur, in je eigen spiegel
en jullie beiden zullen glimlachen bij de begroeting,
en zeggen, ga zitten. Eet.
Je zult die vreemdeling weer liefhebben die je eens was.
Geef wijn. Geef brood. Geef je hart terug
aan zichzelf, aan die vreemdeling die van je heeft gehouden,
je hele leven, aan hem die je verliet
voor een ander, aan hem die je door en door kent.
Pak de liefdesbrieven van de boekenplank,
de foto's, de wanhopige krabbels,
pel je eigen beeltenis van de spiegel.
Zit. Geniet van je leven.
Derek Walcott
(vertaling willem minderhout, 13-04-2004)
Er komt een tijd
dat je, trots en uitgelaten,
jezelf zal groeten als je aankomt
bij je eigen deur, in je eigen spiegel
en jullie beiden zullen glimlachen bij de begroeting,
en zeggen, ga zitten. Eet.
Je zult die vreemdeling weer liefhebben die je eens was.
Geef wijn. Geef brood. Geef je hart terug
aan zichzelf, aan die vreemdeling die van je heeft gehouden,
je hele leven, aan hem die je verliet
voor een ander, aan hem die je door en door kent.
Pak de liefdesbrieven van de boekenplank,
de foto's, de wanhopige krabbels,
pel je eigen beeltenis van de spiegel.
Zit. Geniet van je leven.
Derek Walcott
(vertaling willem minderhout, 13-04-2004)
PANTUNS
Pantuns zijn mondeling overgeleverde volksgedichten
uit het Maleise taalgebied. Het zijn naar de vorm kwatrijnen, waarvan
elke regel gewoonlijk vier woorden telt en elk woord twee lettergrepen.
Het rijm is gekruist, waarbij gestreefd wordt naar assonantie over de
hele regel.
Een mooi voorbeeld is:
De eerste twee regels roepen een natuurbeeld op dat
slechts zijdelings betrekking heeft op de laatste twee regels die de
eigenlijke bedoeling van het gedicht uitdrukken.
De veerten pantuns die u hier aantreft zijn
vertaald door:
Angela Rookmaaker en Alfred van der Helm en
komen uit de bundel Pantuns, Slibreeks nr. 29, Zeeuws
Kunstenaarscentrum, 1985.
Deze selectie verscheen eerder in de Rauie
Regah.
1. Kalau tuan mudik ke hulu
Ga je de rivier op de bergen in,
zoek mij dan een kambodja-bloem.
Als jij de eerste bent die sterft,
wacht mij dan op aan de hemelpoort.
2. Kain ini kain sutera
Dit kleed is geweven van zijde;
als je gaat baden, maak het niet nat.
Dit spel spelen wij met zijn tweeën;
als we gaan sterven, heb dan geen spijt.
3. Semalam sahaya mimpikan bulan
Ik heb vannacht van de maan gedroomd
en trossenvol klappers vielen uit de palm
Ik heb vannacht van jou gedroomd
en meende te slapen met als kussen jouw arm.
4. Rumah kecil pintu ke laut
Klein huisje uitziend op zee
dat is waar iemand de viool strijkt.
Klein lijfje als geslepen met een mes:
dat is waar mijn hart op hol sloeg.
5. Di mana tempat murai berbunyi?
Vanwaar, o waar klinkt het ekstertje?
De kapokboom aan de vijverrand.
Waar o waar hebben wij ons afspraakje?
In de klamboe, op het matras.
6. Nak mandi marilah mandi
Zullen we baden, laat ons dan baden;
in één hoos wij met ons beiden.
Zullen we doodgaan, laat ons dan doodgaan;
in één graf wij met ons beiden.
7. Berapa tinggi pucuk pinang
Hoe hoog de palm ook moge zijn,
rook van vuur komt altijd hoger.
Hoe hoog de Gunung Ledang *) ook moge zijn,
mijn hartewens reikt altijd hoger.
8. Asal kapas menadi benang
Wat katoen geweest is heet nu garen,
wat garen geweest is heet nu kleed.
Denk niet terug aan wie je kwijt bent;
die is toch heel iemand anders nu.
9. Kapal perang angkat teringket
Oorlogsschepen lichten het anker
en leggen aan in de monding van Birma.
Een valk ben jij, een musje ik ...
kan het bestaan dat die ooit sámen vliegen?
10. Padi muda jangan dilurut
Blijf af met je handen van de jonge aanplant;
kom je er toch aan, dan breekt de rijst af.
Volg niet de kuren van je jeugdige hart;
als je dat wel doet, dan loopt het slecht af.
11. Tujuh hari dalam hutan
Zeven dagen in de wouden
kan ik zonder water, zonder rijst.
Moet ik één dag zonder jou doen,
dan kwijn ik van binnen helemaal weg.
12. Berdenteng guruh di Papan
Donderen doet het boven Papan
en de bliksem slaat in te Selayang.
De hemel vind je toch echt in je lichaam,
kijk maar waar de liefde huist.
13. Sakit kaki ditikam jeruju
De distels prikken in mijn voet;
ik stapte er in het drasland op.
Je borstjes prikkelen in mijn hart;
ik zie ze door je kebaja heen.
14. Burung pucun terbang melintang
Een reiger klapwiekt schuinweg op
eenmaal los vliegt hij recht voor de wind
Je kust mijn neus om je schuld af te lossen
en bijt in mijn wang om je schuld te vergroten.
Abonneren op:
Posts (Atom)