woensdag 30 september 2015

Consequenties aanscherpen klimaatbeleid voor Zuid-Holland.

Antwoord
FZ/GS/Alg
W.A. Minderhout (PvdA), H. Sahin (GroenLinks) en A.H.K. van Viegen (PvdD)
(d.d. 29 juni 2015)
Nummer
3051
Onderwerp
Aanscherpen klimaatbeleid
Aan de leden van Provinciale Staten


Toelichting vragensteller
Het hoofdlijnenakkoord van GS zegt dat ‘een toekomst waar schone en kostenefficiĆ«nte energie voorziet in onze energiebehoefte binnen handbereik’ is. Om dit ook daadwerkelijk te realiseren is ons een nieuwe provinciale energieagenda in het vooruitzicht gesteld om bij te dragen aan de landelijke en Europese doelstellingen (totaal incidenteel € 5 miljoen) en een energiefonds ter grootte van € 100 miljoen in het leven geroepen.


Onlangs heeft de Haagse rechtbank de uitspraak gedaan dat het klimaatbeleid in Nederland fors aangescherpt dient te worden. De rechter acht een reductie van 25 procent van de CO2-uitstoot in 2020 (in vergelijking met de situatie in 1990) noodzakelijk, in plaats van het huidige nationale streven om tot 17% reductie te komen.


In het licht van deze ontwikkelingen stellen wij u de volgende vragen:
1. Indien de uitspraak, eventueel ook na hoger beroep, stand houdt, wat betekent dit dan voor de te realiseren beleidsopgaven in Zuid-Holland? Wij ontvangen deze informatie bij voorkeur zo veel als mogelijk gekwantificeerd en opgesplitst naar energiebron.


Antwoord
De rechtzaak van Urgenda is gevoerd tegen de Staat der Nederlanden. Het provinciaal beleid op gebied van CO2 emissiereductie, dat vooral is verbonden met het energiebeleid, is daarbij niet in het geding. De coalitie heeft in het hoofdlijnenakkoord afgesproken dat de provinciale ambities op energiegebied overeind blijven. Daarnaast worden een nieuwe met partners van de provincie op te stellen energieagenda en € 100 miljoen revolverende middelen ingezet om die doelen ook daadwerkelijk c.q. sneller en of slimmer te halen.

2. Wat zijn dan de consequenties voor de volgende passage in het coalitieakkoord ‘Wij geven uitvoering aan de ruimtelijke inpassing van de huidige met het Rijk overeengekomen opgave oor windenergie op land. Daarboven zien wij geen ruimte voor een extra opgave windenergie op land’?
Antwoord


De provincie komt de afspraken met het rijk over wind op land na en levert daarvoor de noodzakelijke inspanningen om in 2020 het afgesproken vermogen van 735,5 MW te hebben gerealiseerd.


3. Wanneer kunnen wij de nieuwe provinciale energieagenda verwachten?
Antwoord
Medio 2016.

Den Haag, 29 september 2015
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,
secretaris a.i., voorzitter,
drs. J.H. de Baas drs. J. Smit

Geen opmerkingen:

Een reactie posten