Verschenen in De Volkskrant, maandag 5 maart 2012
Vanavond ga ik naar de Meervaart in Amsterdam. Om met eigen ogen
het wonder te aanschouwen: de terugkeer van energie in de PvdA. In Osdorp is er
vanavond opnieuw zo'n 'partijleidersdebat' van de PvdA. Diederik, Lutz, Martijn,
Nebahat & Ronald: het hele kwintet is van de partij. Het belooft opnieuw
druk te worden bij The Voice of the PvdA: The Battle. Wie bezingt het mooist het
gemeenschappelijke PvdA-programma? Wie doet dat met de grootste X-factor? Wie
beschikt over de juiste mix tussen inhoudelijke passie en authenticiteit?
Op zich spectaculair, hoe snel de PvdA na het dramatische vertrek
van Job Cohen weer uit de kramp is geschoten. Massaal en uitbundig viert men het
PvdA-campagnefeest. Met ballonnen en rare carnavalshoedjes. Men is trots dat de
PvdA weer even het gesprek van de dag is. Het beeldmerk PvdA wordt met vereende
krachten nieuw leven ingeblazen. Allemaal goed en aardig, maar is de PvdA met
dit alles het meest gediend?
Je hoeft geen party pooper te zijn om vast te stellen dat een
partij die er forse identiteitsproblemen op nahoudt, weinig heeft aan een
geforceerde en bedrieglijke eenheidsvertoning. Alweer bijna verdrongen lijkt te
zijn dat de acute aanleiding voor het vertrek van Job Cohen een harde botsing
was over de koers en identiteit van de PvdA. Die botsing ging tussen Frans
Timmermans, Job Cohen en Hans Spekman. Over de vraag of de PvdA nu een linkse
oppositiepartij is, naast de SP, dan wel een centrum-linkse
'meeregeer'-gedoogpartij, in close harmony met GroenLinks, D66 en het CDA.
Dat is nu zo'n existentiële vraag die de PvdA verdeeld en verlamd
houdt. We stuiten dan op de spanning tussen nationale en internationale
solidariteit. De PvdA pretendeert een brede volkspartij te zijn die, nationaal,
lagere en hogere middengroepen met elkaar verbindt. Tegelijk is ze de grootste
pleitbezorger van een Europese Unie die blanco cheques fourneert voor
internationale banken en schuldenlanden, en die met vrij personenverkeer de
nationale verzorgingsstaat ondermijnt.
Wil de 'fractievoorzittersstrijd' geen inhoudelijke farce worden,
dan moet die juist over zulke kwesties gaan. Op het scherp van de snede. Dus
niks beauty contest. Er moet juist openhartig gedebatteerd worden om de PvdA
meer richting, profiel en smoel af te dwingen. Anders wint de PvdA wel wat
media-aandacht-zetels, maar geen herkenbare stevigheid op langere termijn. En
die is nodig om de niet irreële dreiging af te wenden, dat de PvdA ooit
uiteengereten wordt in een 'sociaal-democratisch' en een 'sociaal-liberaal'
smaldeel.
Complicerend is dat de kleine wederopstanding van de PvdA zich
afspeelt in de allermoeilijkste omstandigheden denkbaar. Er staat een ongekend
bezuinigings- en hervormingsprogramma op stapel voor de Nederlandse
verzorgingsstaat en publieke sector. Gevolg van eurocrisis en recessie. Dat
saneringsprogramma zet de spanningen in de PvdA op maximale
kamertemperatuur.
Vriend en vijand vragen de PvdA leiderschap te tonen door haar
verantwoordelijkheid te nemen voor grootscheepse bezuinigingen en hervormingen.
Of ze haar electoraat maar even wil 'meenemen' naar een Soberder Nederland.
Klein probleempje: de PvdA heeft bijna geen eigen electoraat meer over. Die zijn
uit sociale paniek allemaal naar de SP gerend. De klassieke achterban van de
PvdA, de lagere middeninkomens, blijkt haar vertrouwen in de PvdA als 'schild
voor de zwakken' te verliezen. Dat gegeven maakt dat de PvdA de rol van
steunpilaar voor 'progressieve' hervormingen niet echt gegoten zit, om het mild
uit te drukken.
Wat zich wreekt, is dat de notie van een Groot Wij zonder welke
een brede volkspartij niet kan bestaan op steeds meer wantrouwen en
ontgoocheling is gestuit. De idee dat de BV Nederland één groot Familiebedrijf
is, dat in gezamenlijkheid de broekriem aanhaalt en eerlijk de lasten en lusten
verdeelt, is kapot gemaakt. Door Vestia-directeuren die voor wanbeleid miljoenen
opstrijken en door 'Nederlandse' bedrijven die werk outsourcen naar
slavenfabrieken in China.
Het maatschappelijk contract dat eens de drager was van onze
sociale markteconomie en middenklasse-samenleving is meer en meer ondergraven,
zoals Paul Kalma, oud-directeur van de Wiardi Beckman Stichting, in zijn recent
verschenen boek Makke Schapen laat zien.
De wederopstanding van een gematigde volkspartij in
niet-gematigde tijden vraagt om die reden om temperamentvolle strijd en elan.
Niet om campagnefeestjes.