dinsdag 6 september 2011

Een fragment uit ‘Gorgias’ (Plato)

Voor onderwijsdoeleinden - een les over drogredenen en het belang van vorm en inhoud - heb ik een stukje van Plato's dialoog 'Gorgias' vertaald. (Uit het Engels. Dat dan weer wel.) Lijkt me nog steeds actueel en wel leuk voor het 'grote publiek'.


Gorgias is een belangrijke Socratische dialoog waarin Plato de retoricus Gorgias, gespecialiseerd in overtuigingskracht, plaatst tegenover de filosoof Socrates, die gebruik maakt van ontrading of weerlegging. Thema van de dialoog is het recht van de sterkste en de rechtvaardigheid.
De kunst van de retorica stond in het klassieke Athene in hoog aanzien en werd beschouwd als een noodzakelijk onderdeel van de opvoeding tot politicus. Bovendien was het belangrijk om zich in rechtszaken goed te kunnen verdedigen. De retorici presenteerden zichzelf dan ook als leraars van deze onontbeerlijke vaardigheid en lieten er zich goed voor betalen. Sommigen onder hen, zoals Gorgias, waren vreemdelingen van buiten Athene die aangetrokken werden door de intellectuele en culturele faam van de stad. Socrates valt hen in de dialoog openlijk aan, tot op het punt zelfs dat hij zichzelf 'de enige echte politicus' (staatsman) noemt.



Socrates: Laat me uitleggen wat me verbaasde in wat je vertelde, Gorgias. Het kan zijn dat je gelijk had en ik het niet goed begreep. Jij zegt dat je van iedereen een redenaar kan maken die van jou wil leren?

Gorgias: Dat klopt.

Socrates: En als gevolg daarvan krijgt hij alles gedaan van zijn gehoor, niet door ze iets uit te leggen, maar door ze te overtuigen.

Gorgias: Zeker.

Socr: Je vertelde net dat een redenaar zelfs op het gebied van de geneeskunst overtuigender is dan een dokter.

Gorgias: Voor een doorsnee publiek – ja, daar ben ik van overtuigd.

Socr: Met een doorsnee publiek bedoel je een onwetend publiek, niet waar? Hij zal niet overtuigender zijn voor een gehoor van deskundigen, neem ik aan.

Gorg: Klopt.

Socrates: Als hij dus overtuigender is dan de dokter, dan is hij ook overtugender dan de deskundige?

Gorg: Natuurlijk.

Socrates: Terwijl hij helemaal geen dokter is.

Gorg: Natuurlijk niet!

Socr: En deze niet-dokter weet, naar alle waarschijnlijkheid, niets van alles wat de dokter weet?

Gorg: Uiteraard.

Socr: Dus als de redenaar overtuigender is dan de dokter, betekent dat dat een onwetende overtuigender is dan een deskundige ten overstaan van een doorsnee publiek dat er net zo weinig van weet als hijzelf. Klopt dat?

Gorg: Dat is ongetwijfeld het geval.

Socr: En dat geldt ook voor alle andere takken van kunst en wetenschap? De redenaar hoeft daarover helemaal geen kennis te beschikken zolang hij maar het kunstje beheerst om de onwetenden te overtuigen dat hij meer weet dan de deskundigen?

Gorg: Is het niet geweldig, Socrates, dat je je met deskundigen uit alle takken van kunst en wetenschap kunt meten, als je slechts die ene kunst, de welsprekendheid, beheerst?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten