woensdag 6 juli 2011

Xandra Koster, beste debater

Xandra Koster, voorzitter van de Kamper fractie van de PvdA wint de prijs voor 'beste debater' op een speechwedstrijd van de PvdA


De beker werd overhandigd door Diederik Samsom, Tweede Kamerlid voor de PvdA.
Hij was jurylid bij de slotbijeenkomst van een PvdA-training. Diederik Samsom sprak lovend over de debat-techniek van Koster. Xandra twitterde me dat haar speech mede was gebaseerd op een twitterwisseling met mij. Reden genoeg om haar uitstekende verhaal op De Willem te zetten!
Het lijkt me voor iedereen het beste als de PvdA zich gewoon opheft. De partij heeft zichzelf overbodig gemaakt, alles waar ze voor streed is inmiddels gerealiseerd. Voor het linkse geluid hebben we Groen Links en de SP is er voor de arbeiders, als die nog bestaan. Dat zei mijn broer laatst tijdens zijn verjaardagsfeestje. Mijn vader, die niet houdt van politieke discussies, begon snel over iets anders waar ik hem dankbaar voor was, want ik wist zo gauw even geen verpletterende reactie te geven. 
Al enige tijd is de koers van de PvdA onderwerp van de publieke discussie, ik breng bijvoorbeeld het krantenartikel van Halsema in herinnering waarin ze de PvdA opriep te kiezen tussen conservatief of progressief links. Met dit artikel oogstte ze vanuit diverse hoeken felle kritiek. Niet lang daarna keerde ze de politiek de rug toe.
Ook binnen de eigen gelederen rommelt het. Je kunt geen krant openslaan, geen Knevel en van den Brink kijken of een of andere natte tosti die lid is van de PvdA, oreert de partij weer de afgrond in. Blijkbaar kan en mag alles gezegd worden, ook binnen onze club, ook in de krant, op tv en op het wereldwijde web. 
Dit soort goed bedoelde onzin moet maar eens ophouden. Want als we er zelf al niet meer in geloven, hoe kan de burger dat dan nog? 
Eind vorig jaar startten wij met de Schaeferleergang. Ik had mezelf twee doelen gesteld: 1: Ik wilde het bewijs vinden dat er bestaansrecht is voor de partij. [En ik hoopte dat ik zou leren hoe ik daar mijn broer van kon overtuigen.] 
En ik wou 2: de PvdA redden!

We lazen de beginselprogramma’s vanaf 1947. We leerden over de ontstaansgeschiedenis van de partij en we maakten kennis met Tony Judt. Vooral die laatste sloeg bij mij in als een bom. Hij leerde me dat er in de afgelopen 30 jaar niet eerder zo’n grote behoefte is geweest aan de Sociaal Democratie als juist nu, in het huidige politieke en economische klimaat. Ik stip wat punten aan uit zijn relaas: 
Ongeacht hoe rijk een land is, wanneer het verschil tussen de welgestelden en de armen groot is, zoals dat in Nederland opnieuw is ontstaan de laatste decennia [en ik houd mijn hart vast voor de komende jaren], groeit de criminaliteit en groeit het aantal mensen dat te kampen heeft met psychosociale problematiek. Herkenbaar: 
Neem bijvoorbeeld Jolanda. Toen ik haar ontmoette was ze 20 jaar en zwanger van haar tweede kind. Ik leerde haar kennen omdat ik moest onderzoeken wat de afstand was tussen haar en de arbeidsmarkt. Wat stond daar tussenin en hoe konden die obstakels weggewerkt worden. Toen Jolanda 7 was stierf haar vader. Ze bleef alleen over met haar oudere zus en haar moeder. Toen ze 12 was ging haar zus het huis uit en werd haar moeder ziek. Kanker. Jolanda verzorgde haar, waste haar, kookte, hielp haar met lopen en ving haar uiteindelijk op in de keuken bij het aanrecht toen ze in elkaar zakte waarna Jolanda haar vasthield tot ze stierf in haar armen. Toen ik haar vroeg of er dan geen thuiszorg was, of een dokter, zei ze dat er alleen eens in de week een tante kwam die het huis een beetje schoonhield. Niemand had haar geholpen, niemand had hen verteld dat ze hulp konden krijgen. Na de dood van haar moeder woonde ze bij diverse ooms en tantes die haar uitbuitten en nu zat ze met hun schulden en zonder diploma. Het verhaal van Jolanda leerde me dat ik mijn kansen heb gepakt en dat ik mijn eigen leven heb vormgegeven, maar dat dit niet betekent dat iedereen dat dus kan. 
Zolang er Jolanda’s zijn in Nederland is het noodzakelijk dat de PvdA er is!

De kloof tussen arm en rijk groeit en daardoor ontstaat criminaliteit, zegt Judt. 
Criminaliteit is geen integratieprobleem. Criminaliteit is niet uitgevonden door moslimjongeren!

Ik werk met delinquente jeugd en geloof me dat de grootste overeenkomst tussen die jongeren niet is dat ze Islamitisch zijn, de grootste overeenkomsten, bijna zonder uitzondering zijn 1: gebrek aan opleiding, 2: gebrekkige opvoeding en 3: geen toekomstperspectief.

Het met zorg gekoesterde ei van de vrije markt economie is uitgekomen en er bleek een schattig draakje in te zitten. Het draakje groeide en we noemden hem Zwelgje en hij is inmiddels zo groot en onberekenbaar dat we alle grip op hem zijn verloren. En daarom is de burger boos en het land moe. 
En nou zitten we met een regering die bezuinigt op cultuur, WSW en PGB terwijl de veroorzakers van de crisis gewoon weer premies en bonussen uitdelen. 
Dit leek aanvankelijk een goed verhaal, maar de laatste weken begon ik te twijfelen: is dit de boodschap die ik wil geven aan de vrouw die haar buurt heeft zien veranderen en zich er niet meer thuis voelt? Is het een goed verhaal voor de mensen in Volendam die bang zijn dat hun dorp overspoeld zal worden door extremisten? Wil ik hen vertellen dat hun angst onterecht is? Waar blijf ik dan met mijn ‘iedereen telt mee’? 
In het begin van de Schaeferleergang wist ik het zo goed, maar nu is het zo dat hoe meer ik weet, hoe meer ik twijfel. Op een gegeven moment realiseerde ik me ook dat ik met dit verhaal Jolanda niet kan redden. Een ontluisterende ontdekking. Ik plaatste een Tweet: ‘ik kwam zojuist tot de ontdekking dat ik de wereld niet zal kunnen redden. Wat nu?’ 
Een hele nuttige reactie was deze: ‘in zulke gevallen werkt chocola toch altijd het beste’.

Een andere reactie was: ‘dan red je alleen Kampen!’ maar op een of andere manier leek me dat nog onmogelijker dan de hele wereld redden. Maar zou ik dan tenminste nog de PvdA kunnen redden? Vroeg ik me vertwijfeld af.

Beginnend aan de Schaeferleergang had ik immers twee doelen gesteld. Dankzij Tony Judt,Jolanda en het kabinet Rutte was mijn eerste doel gehaald: ik ben er van overtuigd dat de PvdA bestaansrecht heeft. Maar de PvdA redden? 
Wat ik weet is dat ik in het leven eigenlijk maar op 1 ding invloed heb en dat is op mezelf. 1 PvdA’er. Xandra Koster uit Kampen. En die was in verwarring. En als ik in verwarring ben dan ga ik terug naar de basis. Wat vind ik en wat wil ik. 
Eerst maakte ik mijn eigen persoonlijke Sociaal Democratischemeetlat. Op die meetlat staan drie voor mij belangrijke Sociaal Democratische principes. Solidariteit, verheffing en bestuurlijke verantwoordelijkheid. Die meetlat kan ik op elk moment naast mezelf, of naast politiek actuele zaken leggen.

Het tweede wat ik deed was dromen. Ik maakte in mijn hoofd het plaatje van mijn Nederland over, laten we zeggen 20 jaar. In mijn achterhoofd zette ik er de Sociaal Democratische meetlat langs. Daar heb je dan je visie. Want het helder hebben van je dromen, is gewoon visie en degenen zonder visie zijn zij die volgen en de mensen met visie leiden. Als ze tenminste beschikken over moed. En ja, ik weet wat Schaefer zelf zou zeggen over dromen: in dromen kun je niet wonen. Maar dan zeg ik: zonder dromen WIL ik niet wonen! 
Ik wil jullie vragen: maak je Sociaal Democratische meetlat en droom. Blijf consistent. Heb moed! En word geen natte tosti. 
Want jullie en ik, Wij zijn de nieuwe generatie PvdA'ers.
En als straks de VVD klaar is met regeren en het tij keert, zal het water weer naar links vloeien en dan is het de PvdA die herkenbaar aanwezig is en zijn WIJ de mensen in wie de Sociaal Democratie  waarden worden herkend.

Over enkele weken is mijn broer weer jarig. Ik weet al wat ik hem zal geven: een dichtbundel van Han G Hoekstra. En ik zal met een rode stift een dikke cirkel om het gedicht De Ceder trekken, een van de favoriete gedichten van den Uyl. 
Ik heb een ceder in mijn tuin geplant,
gij kunt hem zien, gij schijnt het niet te willen.
Een binnenplaats meesmuilt ge, sintels, schillen,
en schimmel die een blinde muur aanrandt,
er is geen boom, alleen een grauwe wand.
Hij is er, zeg ik, en mijn stem gaat trillen,
ik heb een ceder in mijn tuin geplant,
gij kunt hem zien, gij schijnt het niet te willen.
Ik wijs naar buiten, waar zijn ranke, prille
stam in het herfstlicht staat, onaangerand,
niet te benaderen voor noodlots grillen,
geen macht ter wereld kan het droombeeld drillen.
Ik heb een ceder in mijn tuin geplant.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten