Een
‘nee’ tegen de JSF is geen ‘pacifistische reflex’ maar een uiting van zorg voor
een enorme gok die de toekomst van het Nederlandse defensieapparaat in gevaar
kan brengen.
Toen de Tweede Kamer in 2002 besloot om mee te
werken aan het JSF-project (System Development and Demonstration-fase (SDD) )
schetste Bart Tromp reeds dat de hooggespannen verwachtingen wel eens lelijk
tegen zouden kunnen vallen. ‘De financiële onderbouwing deugt niet, het
werkgelegenheidseffect is verwaarloosbaar en de beloofde technologie-overdracht
gaat richting VS, in plaats van omgekeerd.’ 1)
In dit artikel wees hij ondermeer op eerdere
fiasco’s om een alleskunner te ontwikkelen (‘een toestel voor luchtmacht,
marine en mariniers’) en zet hij vraagtekens bij het nut van dit soort
toestellen voor de hedendaagse oorlogvoering. De ontwikkeling van drones (toen
nog ‘Unmanned Combat Aerial Vehicles’ (Ucafs) genoemd) zou dit soort
vliegtuigen grotendeels overbodig kunnen maken. ‘Het JSF-project heeft
Nederland nodig - niet andersom’ schreef Tromp. Meedoen met de ontwikkeling van
het toestel zou de aanschaf vrijwel onvermijdelijk maken. In 2002 is Nederland
met open ogen in de fuik gezwommen.
Voormalig defensiewoordvoerder Bert Kreemers
die in 2009 op de aanschaf van gevechtsvliegtuigen promoveerde 2) verklaarde in
een interview in De Leunstoel 3) ‘Het allerbelangrijkste is echter dat we eens
goed nagaan wat we kunnen betalen. We hebben nu zevenentachtig F-16’s. Volgens
de plannen schaffen we vijfentachtig JSF’s aan. Maar we hebben maar budget voor
veertig JSF’s. In feite zijn die vliegtuigen de bestaansreden voor de
Koninklijke Luchtmacht. Straks hebben we dus een organisatie van zo’n
zevenduizend man om veertig vliegtuigen in de lucht te houden.’ Dat zijn er nu
blijkbaar slechts 35 geworden. 4) And counting? De kosten zijn nog ongewis maar
het budget blijft gelijk. Kreemers zegt in datzelfde interview: ‘bepaal eerst
wat je nodig hebt en onderzoek hoelang de F-16’s nog mee kunnen. Als er dan
vliegtuigen vervangen moeten worden koop ze dan ‘van de plank’.
De PvdA leek ook van een dergelijke aanpak
overtuigd te zijn. Juist om een slagvaardige krijgsmacht overeind te kunnen
houden moesten er scherpe keuzes worden gemaakt. In 2007 zag de – aan de
destijds recent overleden Bart Tromp opgedragen – defensienota ‘In dienst van
Nederland in dienst van de wereld’ het licht. Daarin werd een consequente keus
voor taakspecialisatie gemaakt: ’een krijgsmacht die over voldoende middelen
beschikt om in het middenspectrum op te treden. Een krijgsmacht die – zoals in
de Grondwet is vastgelegd – door inzet in internationaal verband de
internationale rechtsorde bevordert en in ons eigen land, maar ook daarbuiten
in noodsituaties de helpende hand kan bieden’. De nota waarschuwt voor het
gevaar dat ‘grote investeringen de organisatie voor jaren committeren en dat
die daardoor zijn aanpassingsvermogen verliest.’ 5) In de nota wordt niet
expliciet afscheid genomen van het JSF-project, maar er wordt beargumenteerd dat
Nederland kan volstaan met 54 F-16’s die geleidelijk kunnen worden vervangen
door nieuwe vliegtuigen.
De – voortijdig uitgelekte – nota van de
destijds in de oppositie verkerende PvdA had weinig impact, maar
defensiewoordvoerder Angelien Eijsink, het voor de nota verantwoordelijke
kamerlid, heeft wel altijd in die geest gehandeld. In het laatste
verkiezingsprogramma van de PvdA staat dan ook dat ‘verlenging van de
levensduur van de F16 mogelijk is en onze voorkeur heeft. Te zijner tijd zullen
we keuzes maken ten aanzien van het gewenste type toestel op basis van het dan
beschikbare aanbod en prijzen, passend in onze visie op de toekomst van de
krijgsmacht, zonder dat daarbij sprake is van een voorkeur voor de JSF.’
Nu heeft het er alle schijn van dat de keus voor
de JSF al gemaakt is. Is dan ook al ergens te lezen welke rol de Nederlandse
defensie wil spelen en waarom de JSF daar in past? Zijn nu echt alle financiële
en operationele risico’s van het JSF-project verleden tijd? ‘Je kunt niet een
krijgsmacht opbouwen als je niet weet wat de opvolger van de F-16 gaat kosten’,
constateert defensiespecialist Co Kolijn. 6)
Een nee tegen de JSF is geen pacifistische
reflex. Doorgaan op deze weg bergt het risico in zich dat Nederland zich blijft
committeren aan een geldverslindend project dat de totale krijgsmacht in
onbalans brengt. Het lijkt mij uiterst onverstandig om die gok te wagen.
2) Bert Kreemers (2009), Hete Hangijzers.
De aanschaf van Nederlandse gevechtsvliegtuigen, Balans Amsterdam
6) Keuze JSF bepalend voor leger, NOS 3 mei
Geen opmerkingen:
Een reactie posten